Heilige Zita van Lucca
ca. 1212 of 1218 - 27 april 1272
Feestdag: 27 april
In een klein dorp, weggestopt tussen de bergen van Carrara vlakbij de stad Lucca, Toscane, Italië, werd op een dag een meisje geboren. Haar naam was Zita Zij woonde met haar vader, Giovanni Lombardo en haar moeder, Buonissima, in een kleine boerenwoning. Hoewel zij en haar ouders hard moesten werken, had zij een heel gelukkige jeugd.
Toen ze 12 jaar oud was, wilde ze graag meehelpen om de kost te verdienen en bad tot God om een baantje. Dat kreeg ze spoedig als dienstmeid in de adellijke familie di Fatinelli, waar ze bijna haar hele leven verbleef.
Hoewel ze vaak vernederd werd in dit adellijke gezin, hield ze zich aan haar persoonlijke lijfspreuk: "De handen bij het werk, het hart bij God." Gaandeweg begonnen de familieleden daar te voelen welk een bijzonder mens ze in hun midden hadden.
Ze gaf de helft van haar eten aan de armen, bracht veel tijd door in de kerk, maar als ze terugkwam was al het werk toch gedaan. Ze zou eens water in wijn hebben veranderd toen de wijn op was bij een feest. Volgens de legende gaf ze de mantel van de vrouw des huizes aan een arme, toen ze werd betrapt bracht een engel de mantel terug. Toen zij stierf in 1272, op precies hetzelfde tijdstip, doofde een ster die boven de stad hing.
Zita van Lucca wordt voorgesteld als een dienstmeid, vaak met blote voeten omdat ze nooit schoenen had gedragen. Een van de meest voorkomende voorstellingen is dat ze bij een bron is en een bedelaar te drinken geeft. Aan haar voeten staat vaak een kruik. Een brood en een mantel, die soms ook over de bedelaar ligt.
Zij werd door paus Innocentius XII in 1696 heiligverklaard.
Patrones: van dienstboden, dienstmaagden, bedienden, huishoudsters en loopjongens.