Heilige Teresa van Avila


1515 - 1582

Feestdag: 15 oktober

Andere namen: Teresa van Jezus, de Grote Teresa, Teresa Ali Fatim Corella. Sánchez de Cepeda y Ahumada

Teresa van Avila werd als Teresa Ali Fatim Corella Sanchez de Capeda y Ahumada geboren op 28 maart 1515 in het Spaanse Avila als dochter van Don Alonso Sanchez de Cepeda en Doña Beatriz Davila y Ahumada. Zij werd een non (Karmelietes) en Mysticus. Teresa wordt door de rooms-katholieke kerk aangeduid als Heilige en Kerklerares.

Zij was de jongste in dit gezin. Naast haar waren er nog 10 broers en zussen. Teresa groeide op in haar geboorteplaats, een onverzettelijke stad in Spanje, dat toen op het toppunt van zijn politieke macht stond en een culturele bloeiperiode kende. Op 4 april 1515 werd ze gedoopt in de parochie van San Juan te Avila. Teresa was een kind van die tijd en van dat volk: trots, zeer begaafd en erop gebrand iets groots te presteren. Opvallend was haar onafhankelijkheid van geest. Ze had een openhartige, ruime natuur, en stond in het leven met een grote intensiteit en tomeloze energie. Reeds met twaalf jaar verloor zij haar moeder en zocht zij haar troost bij Moeder Maria. In het jaar 1531 werd ze door haar vader naar het klooster van de Augustinessen gebracht voor een betere opvoeding. Tijdens dit verblijf las zij de brief van Hieronymus en besloot zij op 18-jarige leeftijd in te treden in het karmelietessenklooster in Avila. Als kloosternaam koos ze Teresa van Jezus. Kort nadat Teresa haar kloostergeloften had afgelegd, werd ze ernstig ziek. Ze raakte zelfs in coma en leed aan verlammingen. Gelukkig knapte ze na verloop van tijd weer op, maar door de slechte medische omstandigheden, werd ze nooit meer de oude. In die periode begonnen ook haar visioenen.

Vanaf het begin van haar intreding probeerde ze de regels van haar orde in de oude strengheid te herstellen. Ze kreeg daarbij alle steun van de toen heersende zeer ortodoxe koning Filips II en (de later Heilig verklaarde) Johannes van het Kruis. Zij bracht dan ook veel tot stand. Zo hervormde ze de karmelietenkloosters. Haar strengheid had een duidelijke invloed op zowel de vrouwen- als mannenkloosters van de orde van de Karmel. Ondanks veel tegenwerking stichtte ze in 1562 het St. Jozefklooster te Avila, waarvoor ze toestemming krijgt van de generaal-overste der Karmelieten. Daar begon de hervorming van de Karmelorde. Dat betekende het begin van de orde der ongeschoeide (of Teresiaanse) Karmelieten, die zij met Jan van het Kruis en anderen verder uitbouwde. Zij voerde deze hervorming door voor een terugkeer tot het sobere en mystieke ideaal, gecombineerd met een gematigd apostolisch leven. In Kloosterregels bepaalt zij dan onder meer dat iedere zuster in beginsel haar eigen biechtvader mag uitkiezen. Daaraan verbindt ze echter de voorwaarde dat die biechtvader nooit een leidinggevende positie mag hebben in datzelfde klooster. Verder schreef ze een literair oeuvre dat beschouwd wordt als de hoeksteen van de christelijke mystiek. Rond haar 45e jaar begon ze met het schrijven van boeken, waarvan "Het Kasteel van de Ziel" en "De Weg van de Volmaaktheid" wel de bekendste zijn.

Teresa van Avila is iemand om "U" tegen te zeggen. Des te meer daar ze niet uit is op mystieke ervaringen, nagelaten geschriften en eervolle vermeldingen. Zij stichtte 18 kloosters voor de zusters en voor de mannelijke tak van de orde wist zij de hervorming in te voeren en had zij een groot aandeel in de stichting van 14 mannenkloosters. Ze stelt niet zichzelf, maar God centraal in haar leven. Ze begrijpt ten diepste de waarheid van het evangelie en wil de kerk en het geestelijk leven van haar tijd "evangeliseren". Daarbij hanteert ze steeds een zekere nuchterheid. Zo verzucht ze: “Van onnozele devoties, verlos ons Heer,” in een context van onervaren biechtvaders die een huismoeder zouden aanraden het gebed voorrang te geven op het huishoudelijk werk. De Heilige Teresa van Avila adoreert God. God is echter niet tastbaar en daardoor niet letterlijk te benaderen.

Zij stierf in Alba de Tormes bij Salamanca (de hoofdstad van de gelijknamige provincie in Spanje) op 4 Oktober 1582. Haar Lichaam (ongeschonden) ligt begraven in de karmelietenkerk te Avila. Zij ontving tijdens haar leven de mystieke doorboring van het hart. Haar hart met de geheimzinnige wonde bevindt zich in een kostbare schrijn naast het hoofdaltaar.

In 1617 riep het Spaanse parlement haar uit tot Patrones van Spanje. Paus Paulus VI verleende haar in 1970 de titel van Kerklerares.

Teresa van Avila werd op 24 april 1614 Zalig verklaard door Paus Paulus V. Op 12 maart 1622 werd zij heilig verklaard door Paus Gergory XV.

Patrones: tegen: hartklachten, hoofd - en aangezichtspijnen.

Gedicht van Teresa van Avila

"Ik ben van U, voor U werd ik geboren.
Wat wilt Gij met mij doen? 

Ik ben van U, daar Gij mij hebt geschapen,
van U, daar Gij mij hebt verlost,
van U, daar Gij mij hebt verdragen,
van U, daar Gij mij hebt geroepen,
van U, daar Gij op mij gewacht hebt,
van U, daar ik toch niet verloren liep.
Wat wilt Gij met mij doen?

Hier ziet Gij nu mijn hart,
ik leg het in uw handpalm;
mijn lichaam, ziel en leven,
mijn diepste diep, genegenheden,
Zoete Bruidegom, Bevrijder,
ik gaf me zo geheel aan U.
Wat wilt Gij met mij doen?

Geef mij de dood, geef mij het leven,
geef mij ziekte of gezondheid,
eer of oneer, geef het mij,
geef me strijd of nog grotere vrede,
zwakheid of volkomen kracht.
Ik zeg op alles 'ja'.
Wat wilt Gij met mij doen?

Geef mij rijkdom of armoede,
geef mij troost of troosteloosheid,
geef mij blijdschap of droefheid,
geef me de hel of geef me de hemel,
Leven zoet, Zon zonder sluier,
ik gaf mij heel en al uit handen.
Wat wilt Gij met mij doen?

Als Gij wilt dat ik zou rusten,
dan wil ik rusten ook, uit liefde.
Als Gij mij vraagt te werken,
dan wil ik werkend sterven.
Zeg mij waar, hoe en wanneer,
zeg maar, zoete Liefde, zeg het.
Wat wilt Gij met mij doen?

Of ik zwijgen moet of spreken,
vruchtbaar zijn of vruchteloos,
moet de Wet mijn wonde tonen
of het Evangelie mij verheugen,
moet ik lijden of genieten -
als Gij alleen maar leeft in mij:
wat wilt Gij met mij doen?

Ik ben van U, voor U werd ik geboren.
Wat wilt Gij met mij doen?"