Pellevoisin (Frankrijk) 1876


Dat men toch bid

Feestdag: 14 februari

Pellevoisin is een dorp in het Franse departement Indre, 30 km ten noordwesten van Châteauroux. Estelle Faguette, geboren op 12 september 1843 in Châlons-en-Champagne, was van arme ouders. Als kind was zij al zeer toegewijd aan de H. Maagd en aan de armen, aan kinderen die het nog slechter hadden dan zij zelf en met wie zij haar brood deelde. In 1875 wordt Estelle ziek. De arts constateert tuberculose. De gravin de Rochefoucault staat haar toe in het kasteel te blijven, waar zij een klein ziekenkamertje krijgt en wordt verzorgd. Estelle kwijnt weg en begin 1876 verwacht men haar spoedige dood. Tuberculose in beide longen en in het beenderengestel, de rechterarm heeft een grote wond en is zelfs verlamd. Bovendien een chronische buikvliesontsteking. Zij kan zich echter niet neerleggen bij het feit, te moeten sterven, omdat zij haar ouders en een nichtje dan onverzorgd achterlaat. Zij ontvangt het H. Oliesel en wordt kalmer. Na de H. Communie kan zij zeggen: "Mijn God, U weet beter dan ik wat goed voor mij is, doe wat U behaagt; alleen geef, dat ik mijn offer edelmoedig breng". Na enkele dagen kan zij zelfs niet meer bidden: "mijn offer was gebracht, ik vroeg niets meer".

Dan volgen 15 verschijningen; de eerste 5 betreffen haar genezing; de volgende 3 haar heiliging en de laatste 7 betreffen een boodschap

In de nacht van maandag op dinsdag, 14 op 15 febr. verscheen plotseling aan mijn voeteneind de duivel; hij was verschrikkelijk en ik was bang. Maar nauwelijks was hij daar, of de H. Maagd verscheen aan de andere kant. De duivel die de H. Maagd bemerkte, deinsde terug, terwijl hij hevig aan het ijzer van mijn bed en aan het gordijn schudde. De H. Maagd zei hem: "wat doe jij daar? Zie je niet dat zij mijn teken en dat van mijn Zoon draagt?" Hij verdween met rare bewegingen.

De H. Maagd zei op zachte toon tegen mij: "vrees niets, je weet best dat je mijn dochter bent". Dan herinnerde ik mij, dat ik op14-jarige leeftijd te Parijs in de kapel Rue Clerc, het kindschap van Maria had ontvangen en ik was minder angstig. Dan zei Zij: "moed en geduld, mijn Zoon gaat zich over je ontfermen. Je zult nog vijf dagen lijden ter ere van de vijf wonden van mijn Zoon. Zaterdag zul je òf dood, òf levend zijn. Als mijn Zoon je het leven laat, wil Ik dat je Mijn glorie verkondigt". Direct zei ik: "maar hoe moet ik dat doen? Ik ben niet veel bijzonders, ik zou niet weten wat ik zou kunnen doen". Gelijk zag ik tussen Haar en mezelf in een grote marmeren tegel, waarin ik een ex-voto herkende. En ik zei: "maar mijn lieve Moeder, waar zal ik deze laten plaatsen, in de N.D. des Victoires te Parijs of in Pellevoi..." Zij gaf mij geen tijd de zin te beëindigen: "In de N.D. des Victoires zijn genoeg tekenen van Mijn macht, terwijl er in Pellevoisin geen zijn. Men heeft een stimulans nodig". Ik beefde en toch was ik gelukkig. Ik beloofde Haar van mijn kant alles te doen, om Haar glorie bekend te maken, dan zei Zij nog: "moed, maar Ik wil dat jij je belofte houdt". Daarna verdween alles.

Nacht van 15 op 16 febr. Ik zag de duivel weer, tegelijkertijd verscheen de H. Maagd, Zij zei: "wees toch niet bang, Ik ben er. Deze keer heeft mijn Zoon Zich laten vertederen, Hij zal je het leven laten; zaterdag zul je genezen zijn". Toen zei ik: "maar mijn lieve Moeder, als ik zou mogen kiezen, zou ik nu liever sterven, omdat ik goed ben voorbereid". Zij antwoordde glimlachend: "ondankbare, als Mijn Zoon je het leven geeft, is dat omdat je het nodig hebt. Wat kan Hij de mens op aarde voor kostbaarders geven dan het leven? Denk maar niet dat je gevrijwaard zult blijven van lijden; neen, je zult lijden en niet van moeilijkheden gevrijwaard blijven. Dit is het, wat de verdiensten van het leven uitmaakt. Je hebt het Hart van mijn Zoon getroffen door je grote zelfverloochening en je geduld. Verlies er de vrucht niet van door je keuze. Heb Ik je niet gezegd, als Hij je het leven laat, zul je Mijn glorie verkondigen?" Gelijk zag ik de marmeren tegel, met veel wit zijde papier erom; ik probeerde er wat van op te lichten, onmogelijk. De H. Maagd glimlachte en zei dan: "nu zullen wij het verleden bekijken". Haar gezicht werd een beetje triest, maar behield de zachte uitdrukking. Ik ben nog totaal ontsteld over de fouten die ik bedreven had en die in mijn ogen lichte fouten waren. Ik bewaar de stilte over hetgeen Zij zei en beken alleen, dat Zij mij ernstige verwijten maakte, die ik absoluut verdiend had. Ik had wel om vergeving willen schreeuwen, maar ik kon niet, mijn smart was te groot. Ik was verslagen. De H. Maagd bekeek mij met goedheid, dan verdween Zij zonder iets te zeggen.

Nacht van 16 op 17 febr. Ik zag weer de duivel, maar hij was zeer ver weg. De H. Maagd zei: "komaan, moed Mijn kind". De verwijten van de vorige keer kwamen in mij op en ik vreesde en beefde. Zij zei: "dat alles is voorbij; je hebt door je zelfverloochening die fouten goed gemaakt". Zij liet mij enkele goede daden zien die ik verricht had, maar die in vergelijking met de fouten niets waren. De H. Maagd zag mijn verdriet, want Zij zei: "Ik ben een en al barmhartigheid en Meesteres van mijn Zoon. Die enkele goede werken en de vurige gebeden, die je tot Mij hebt gericht, hebben mijn Moederhart getroffen o.a. dat briefje, dat je Mij geschreven hebt in september. Wat Mij het meest getroffen heeft, is deze zin: "Zie toch de ellende van mijn ouders, als ik er niet meer zou zijn; zij zijn op het punt voor hun brood te moeten gaan bedelen". Herinner u toch, wat U hebt geleden, toen Jezus Uw Zoon op het Kruis werd uitgestrekt. Ik heb deze brief aan mijn Zoon laten zien. Je ouders hebben je nodig; voor de toekomst is dit een taak om trouw aan te zijn. Verlies de genadegaven niet, die je gegeven zijn en maak mijn glorie bekend".

Nacht van 17 op 18 febr. Deze verliep gelijk als de vorige. Al Haar zinnen werden mij snel in herinnering gebracht; tot slot: "je zult Mijn glorie bekend maken". Nacht van18 op 19 febr. Deze keer kwam de H. Maagd dichterbij. Zij herinnerde mij aan mijn belofte. Ik zag de tegel, met op iedere hoek een gouden rozenknop, boven in het midden een gouden hart, met een zwaard doorboord en een kroon van rozen. En dit stond erop:

"Ik heb Maria aangeroepen toen mijn ellende ten toppunt was gestegen. Zij heeft voor mij bij Haar Zoon, mijn totale genezing verkregen"

Zij zei mij: "als je Mij wilt dienen, wees dan eenvoudig en laat je daden aan je woorden beantwoorden". Ik vroeg of ik van positie moest veranderen. Zij antwoordde: "onder alle omstandigheden kan men zich het Heil verwerven; waar je ook bent, kun je veel goed doen en kun je Mijn glorie verkondigen". Dan zei Zij treurig: "wat Mij het meest bedroefd is, dat men geen respect heeft voor mijn Zoon in de H. Communie en de houding van gebed die men aanneemt, terwijl de geest met andere dingen bezig is. Ik zeg dit voor degenen die doen alsof zij vroom zijn". Dan vroeg ik, of ik direct moest beginnen. "Ja, ja, maar eerst moet je de mening van je geestelijke leidsman afwachten. Je zult hinderlagen tegenkomen; men zal je treiteren, voor gek verklaren enz. Schenk er geen aandacht aan, wees Mij trouw en ik zal je helpen". Hierna verwijderde Zij zich heel zacht.

Toen begon een verschrikkelijk lijden. Mijn hart bonsde alsof het uit mijn lichaam zou springen. Mijn maag en buik veroorzaakte hevige pijnen. Ik herinner mij goed, dat ik mijn Rozenkrans in de linkerhand hield. Ik offerde mijn lijden aan God op. Ik wist niet, dat dit het laatste van die ziekte was. Na een ogenblik rust, voelde ik mij goed. Ik vroeg hoe laat het was en het was half een. Ik voelde mij genezen, alleen mijn rechterarm kon ik nog steeds niet gebruiken. Tegen halfzeven kwam de Pastoor en zat ik al op de rand van mijn bed. (Estelle had de pastoor over de verschijningen verteld). "Maak je niet ongerust, ik ga de H. Mis doen, daarna breng ik je de Communie en als je daarna met je rechterhand het kruisteken kunt maken, zal ik geloven". Zó gebeurde het. Pater Vernet schrijft in zijn boek over Pellevoisin, dat Estelle het Paasmysterie heeft beleefd van dood en verrijzenis.

Het tweede deel van de verschijningen begint op zaterdag 1 juli. Het was avond, kwart over tien, ik was geknield voor mijn avondgebed, toen ik plotseling de H. Maagd zag, geheel omgeven van licht. Zij was in het wit, Zij keek naar iets, kruiste de handen over Haar borst, glimlachte en zei: "kalmte Mijn kind, geduld, je zult moeite hebben, maar Ik ben er". Ik was erg gelukkig, maar kon niets zeggen. Zij bleef nog even en zei: "moed, Ik zal terugkomen". Dan verdween Zij zoals in februari.

Zondag 2 juli. Ik ging half elf naar bed; het had mij moeite gekost, omdat ik de vorige avond de H. Maagd had gezien. Toch sliep ik direct. Om half 12 werd ik wakker, toen ik zag dat het pas zo laat was, kreeg ik hoop dat ik de H. Maagd zou zien voor middernacht. Ik knielde neer en had de helft van het Weesgegroet gebeden... De H. Maagd stond voor mij. Stralen vielen uit Haar handen; dan kruiste Zij de handen over de borst. Haar ogen op mij gericht. "Je hebt al Mijn glorie verkondigd". (Dan vertrouwde Zij mij een geheim toe) "Ga door. Mijn Zoon heeft ook enkele zielen vaster aan zich gehecht. Zijn Hart heeft zoveel liefde voor het Mijne, dat Hij mijn verlangens niet kan weigeren. Voor Mij zal Hij de meest versteende harten treffen". Terwijl Zij dit zei, was zij zó mooi! Ik wilde Haar een teken van Haar macht vragen, maar wist niet hoe; toch zei ik: "mijn goede Moeder, voor Uw glorie, alstublieft". Zij begreep het en zei: "is je genezing niet een van de grootste bewijzen van mijn macht? Ik ben vooral gekomen voor de bekering van de zondaars". Terwijl Zij nog sprak, dacht ik aan verschillende manieren, waarop de H. Maagd Haar macht kon doen stralen. Zij antwoordde: "later zal men dit zien". Daarna ging Zij heel zacht weg.

Maandag 3 juli heb ik de H. Maagd weer gezien. Zij bleef maar enkele minuten en maakte mij een zacht verwijt: "Ik wil, dat je nog kalmer zal zijn. Ik heb je geen uur gezegd waarop Ik terug zou komen, noch dag. Je hebt rust nodig". Ik wilde Haar mijn verlangen laten blijken, maar Zij zei glimlachend: "Ik ben gekomen, om het feest te beëindigen". Daarna ging Zij heen zoals altijd. Het was nog geen middernacht.

Het derde deel van de verschijningen begint op zaterdag 9 september. Ik was in de kamer van mijn genezing, beëindigde mijn rozenhoedje, toen de H. Maagd verscheen. Zij was zoals op 1 juli. Zij keek eerst rond, dan sprak Zij: "je hebt jezelf van mijn bezoek van 15 augustus beroofd; je was weer niet kalm. Je hebt echt het Franse karakter. Zij willen alles weten voor zij het vernomen hebben en alles begrijpen voor zij het weten. Gisteren zou Ik al gekomen zijn; je hebt het jezelf onthouden". Dan wachtte Zij even en zei: "reeds lang staan de schatkamers van mijn Zoon open, dat zij erom bidden". Dan pakte Zij het kleine stukje witte goed op, dat ik altijd al op Haar borst had zien hangen, en nu bemerkte ik een rood hart, dat daar prachtig op uit kwam. Direct dacht ik aan een scapulier van het H. Hart. Zij zei: "Ik houd van deze devotie". En dan nog: "het is hier, dat Ik geëerd zal worden".

Bruine Scapulier van het Heilig Hart

Op 10 september kwam de H. Maagd bijna op hetzelfde uur; Zij zei alleen: "DAT MEN TOCH BIDT - Ik geef hun het voorbeeld". Daarbij vouwde Zij de handen en verdween.

Op 15 sept. was ik in de kamer van mijn genezing en bad. Het is heerlijk om daar te zijn; toch ben ik er zelden. Het was bijna kwart voor drie, toen de H. Maagd verscheen; zoals gewoonlijk met gestrekte armen en de stralen vielen uit Haar handen. Zij zei: "Ik zal rekening houden met de inspanning die je gedaan hebt, om kalm te zijn. Ik vraag dit niet alleen van jou, maar ook van de Kerk en van Frankrijk. In de Kerk is niet de kalmte die Ik verlang". Zij zuchtte en schudde het hoofd. "Er is iets". Ik begreep, dat Zij hiermee op onenigheid doelde. Zij vervolgde langzaam: "dat zij toch bidden en vertrouwen in Mij hebben". Vervolgens zei Zij heel droevig: "En Frankrijk! Wat heb ik al niet voor haar gedaan! Wat een waarschuwingen en toch, zij weigert te luisteren!

"Ik kan Mijn Zoon niet langer weerhouden"

Dan zei Zij ontroerd: "Frankrijk zal lijden". Dit zei Zij met nadruk. Zij vervolgde: "moed en vertrouwen". Ik dacht bij mezelf, men zal mij niet geloven als ik dit zeg. Zij zei: "Ik heb dit vooruit gezegd; jammer voor hen die niet geloven, zij zullen later de waarheid van Mijn woorden erkennen". Zij verdween langzaam.

Het is 1 november en vandaag heb ik de H. Maagd teruggezien. Zoals gewoonlijk keek Zij bij het komen weer strak naar iets, dat ik niet kan zien. Daarna keek Zij naar alle kanten en nam de vaste houding aan. Zij droeg het scapulier. Zij heeft mij alleen vol goedheid aangezien en ........ vertrok. Wat een droefheid heb ik daardoor gevoeld. Spreek o zeer Heilige Moeder; ik hernieuw mijn belofte: ik zal alles doen wat ik kan voor Uw glorie.

Zondag 5 november; toen ik het rozenhoedje beëindigd had, zag ik de H. Maagd. Ik bedacht, hoe onwaardig ik Haar genaden ben en dat anderen Haar voorrechten meer verdienen en Haar glorie beter zouden verkondigen. Zij bekeek mij glimlachend en zei: "Ik heb jou uitgekozen". 0, wat was ik gelukkig! Zij zei: "Ik kies de kleinen en de zwakken voor mijn glorie. Moed, de tijd van je beproevingen gaat beginnen". Zij kruiste haar handen over Haar borst en vertrok.

Zaterdag 11 november. Gedurende enkele dagen voel ik mij gedrongen om naar mijn kamer te gaan en daar te bidden. Vandaag om tien voor vier bad ik er mijn rozenhoedje en het “Herinner U o Allerheiligste Maagd... toen Zij kwam. Zij stond daar zoals altijd, met het scapulier. Dan zei Zij mij: "je hebt je tijd niet verspild vandaag; je hebt voor Mij gewerkt". Ik had een scapulier gemaakt. "Je moet er nog veel meer maken". Hierna wachtte Zij erg lang en Haar uitdrukking werd droevig, dan zei Zij mij: "moed". Zij kruiste de handen over de borst, waardoor Zij het scapulier totaal verborg en vertrok.

Vrijdag 8 december. Ik ben al enkele uren terug uit Pellevoisin en nog steeds niet bijgekomen van mijn emotie. Ik zal de H. Maagd hier op Aarde niet meer zien. Niemand zal kunnen begrijpen, wat ik doormaak. Na de Hoogmis verscheen Zij, mooier dan ooit! Na de gebruikelijke stilte zei Zij: "Mijn dochter, herinner je mijn woorden". Alles wat Zij mij gezegd had herleefde, heel speciaal: "Ik ben een en al barmhartigheid en Meesteres van mijn Zoon. Zijn Hart heeft zoveel liefde voor het Mijne. . . dat Hij voor Mij de meest versteende harten zal treffen. Ik ben vooral gekomen voor de bekering van de zondaars. De schatkamers van Mijn Zoon zijn reeds lang open, dat zij toch bidden. (wijzend op bet scapulier) Ik houd van deze devotie. Ik raad dringend aan tot kalmte... ook voor de Kerk en voor Frankrijk".

Hier tussendoor zag ik nog vele anderen en ook de geheimen. Gedurende deze gehele tijd keek Zij mij aan; dan zei Zij: "herhaal deze dikwijls opdat ze je sterken en troosten in je beproevingen. Je zult Mij niet meer terugzien". Ik begon te roepen: wat zal er van mij worden lieve Moeder? Toen antwoordde de H. Maagd: "Ik zal onzichtbaar vlakbij je zijn". Dan zag ik links een menigte mensen, die mij dreigden en woedende bewegingen maakten en ik was bang. De H. Maagd glimlachte en zei: "je hebt niets van hen te vrezen. Ik heb je uitgekozen om mijn glorie te verkondigen en die devotie te verspreiden". Hierbij hield Zij het scapulier in Haar handen. Zij was zo bemoedigend, dat ik zei: "mijn lieve Moeder, zou U mij dat scapulier willen geven?" Het was alsof Zij het niet hoorde. Ze zei: "kom en kus het". Oh, vliegensvlug kwam ik omhoog, de H. Maagd boog zich naar mij en ik kuste het. Dit was voor mij een heerlijk moment. Dan zei de H. Maagd over het scapulier: "je gaat zelf naar de Prelaat toe en je presenteert hem het model, dat je gemaakt hebt. Zeg hem, je te helpen zoveel hij kan en dat niets Mij aangenamer is, dan te zien hoe al Mijn kinderen dit dragen, terwijl zij hierbij alles aanwenden, om de beledigingen die Mijn Zoon in het Sacrament van Zijn liefde ontvangt, te herstellen. Zie de genaden, die Ik uitstort over allen die het zullen dragen met vertrouwen en die zullen helpen bij de verbreiding".

Terwijl Zij dit zei, spreidde Zij Haar handen uit en er viel een overvloedige regen uit en in ieder van die druppels stond een genade geschreven: gezondheid, vertrouwen, eerbied, heil enz. kortom alle soorten genade, meer of minder sterk. Zij voegde hieraan toe: "die genaden zijn van mijn Zoon; Ik neem ze uit Zijn Hart; Hij kan Mij niet weigeren". Toen zei ik: "mijn lieve Moeder, wat moet ik aan de andere kant van het scapulier zetten?" De H. Maagd antwoordde: "die heb ik voor mezelf gereserveerd; jij zult er je gedachten op overbrengen en de H. Kerk zal beslissen". Ik voelde dat die lieve Moeder mij ging verlaten en ik had verdriet. Zij verhief Zich langzaam, keek mij voortdurend aan en zei mij: "moed, als hij je verlangens niet kan inwilligen (de H. Maagd sprak over de Prelaat) en je moeilijkheden veroorzaakt, ga je hogerop. Vrees niets, Ik zal je helpen". Zij maakte een halve ronde door mijn kamer en verdween daar, waar ongeveer mijn bed was.

DANK U LIEVE MOEDER, IK ZAL NIETS DOEN ZONDER U

Zij overleed op 23 augustus 1929 op de leeftijd van 86 jaar. Haar lichaam is op de begraafplaats van Pellevoisin begraven.

"Deze verschijningen in Pellevoisin zijn volledige erkend door de Heilige Stoel: mei 1894"



 

 
In 1877 verscheen de Heilige Moeder opnieuw,
deze keer in Gietrzwald, Polen