Heilige Moeder Teresa van Calcutta
Stichtster Missionarissen van Naastenliefde
1910 - 1997
Feestdag: 5 september
Moeder Teresa werd op 26 augustus 1910 geboren in Skopje (Albanië, tegenwoordig Macedonië) als Agnes Gonxha Bojaxhiu. Een dag later 27 augustus, werd ze gedoopt. Haar familie behoort tot de Albanese gemeenschap. Ze zijn katholiek, terwijl de meerderheid tot de Islam behoort. De Turken heersen over het land. Vader Bojaxhiu is aannemer en handelaar in koloniale waren. Vaak was hij voor zijn werk op reis. Bovendien sprak hij vloeiend meerdere talen én hij was politiek geëngageerd en lid van het gemeentebestuur. Haar familie had een comfortabel leven. Als Agnes 9 jaar oud is, overlijdt haar vader totaal onverwacht. Haar moeder, Drana moet nu de drie kinderen: Aga (1904), Lazare (1907) en Gonxha (1910) alleen opvoeden. Om in hun onderhoud te voorzien aanvaardt ze naaiwerk: huwelijkskleren, borduurwerk... Ze spaart zich geen moeite. Ondanks het harde werk neemt ze tijd voor de opvoeding van de kinderen. Elke dag wordt er gebeden en gaan ze naar de H. Mis. In mei bidden ze elke dag de rozenkrans en wonen het officie van de H. Maagd bij. Daarbij blijft er veel warme aandacht voor de armen en behoeftigen, die weten dat ze bij Drana altijd mogen aankloppen. Tijdens de zomervakantie gaan ze op bedevaart naar Letnice, waar Onze Lieve Vrouw vereerd wordt. Deze bedevaart is een echte familietraditie. Agnes was graag in de kerk, ze hield ervan te lezen, te bidden en te zingen.
Agnes was ook lid van het Legioen van Maria. Ze hielp een priester die moeite had met de taal, cathechismus onderwijzen. Ze las ook veel over de Sloveense en Kroatische missionarissen in India. Toen ze twaalf was kwam bij haar voor het eerste het verlangen om haar leven in dienst van Gods'werk te stellen. Haar leven aan Hem geven en Hem laten beslissen. Maar hoe kon ze er zeker van zijn dat dit voor haar was? Als ze 18 wordt, neemt ze haar beslissing. De laatste twee jaar was ze regelmatig op retraite gegaan in Letnice. Zo was in haar de zekerheid gegroeid dat ze missionairis wou worden in India. Op hemelvaart 1928 ging ze een laatste maal naar Letnice om de zegen van Onze Lieve Vrouw, voor ze vertrok. Ze zou binnentreden bij de zusters van Loreto, die zeer actief waren in India. De hele gemeente, moeder en Aga, haar vriendinnen, klasgenootjes, buren, jong en oud vergezellen haar naar de trein als ze vertrekt op 25 september 1928. Agnes leert Engels en krijgt een eerste opleiding tot religieus leven. Vanaf 1929 werkte Moeder Teresa als lerares in Calcutta. In deze stad viel haar op dat er erg veel bedelaars, zieken en thuislozen waren. Op het einde van deze inleidende opleiding op 24 mei 1931 legt Teresa haar eerste, tijdelijke gelofte af van armoede, reinheid en gehoorzaamheid. Ze wordt gekleed en kiest ze als naam Zuster Teresa met Theresia van Lisieux als patrones.
Teresa geeft les, en later helpt ze mee in het ziekenhuis. De kinderen voelden zich tot haar aangetrokken en noemden haar moeder. De zusters van het klooster komen eigenlijk alleen in uiterste noodgevallen buiten de muren van het klooster, maar in het ziekenhuis komt Teresa voor het eerst in contact met een vreselijke ellende en armoede. Op 14 mei 1937 legt zuster Teresa haar tweede gelofte af, deze gelofte is voor het leven. Ze wordt nu directrice van de St. Maryschool. Later gaat ze buiten de kloostermuren lesgeven en loopt ze door de sloppenwijken. Er volgen roerige tijden. In 1943 heerst er een hongersnood in Bengalen. Vijf miljoen mensen komen hierbij om en velen vluchten naar Calcutta. In 1946 volgt er een andere ramp. Pakistan scheidt zich af van India, en moslims en hindoes vermoorden elkaar. Vierduizend mensen komen om. Dit laat ook zuster Teresa niet ongeroerd.
Tijdens een treinreis naar Darjeeling op 10 september 1946 ontvangt Zuster Teresa duidelijk een uitnodiging van Onze-Heer om het klooster van Loretto te verlaten om zich volledig in dienst te stellen van de armen door onder hen te gaan leven. Ze neemt een priester in vertrouwen, en pas na een lange tijd van wachten krijgt ze in april 1948 van Paus Pius XII toestemming om de Loreto gemeenschap te verlaten en als onafhankelijke non te leven, op voorwaarde dat ze de geloften van zuiverheid, armoede en gehoorzaamheid naleeft. Ze is 38 als ze de zusters vaarwel zegt evenals aan het Loretokleed. Ze kiest als nieuw habijt een goedkope witte sari met blauwe rand; het wit staat voor reinheid en het blauw is gerelateerd aan de Maagd Maria. Een jaar later kreeg zij de Indiase nationaliteit. Eerst gaat ze naar Patna bij de Medische missiezusters een opleiding volgen voor verpleging. Het is duidelijk dat deze kennis onmisbaar is als ze de armen in de vuile, verziekende slums wil helpen. Hoe kan ze anders voorkomen en genezen? Deze medische opleiding is een noodzaak voor het beleven van haar nieuwe roeping. Daarop stichtte ze een religieuze orde voor zusters in Calcutta, Indië: de Missionarissen van de Naastenliefde". Vanaf dan zou ze haar leven wijden aan de armen, de zieken, de uitgeslotenen en de stervenden uit heel de wereld, en India in het bijzonder. In het midden van de jaren vijftig raakte Moeder Teresa betrokken bij de hulp aan leprapatiënten. De overheid van India stelde grond ter beschikking en de Shanti Nagar (Vredige Stad) kon worden gebouwd.
Om het leven van moeder Teresa te begrijpen moeten we eerst iets over Calcutta weten. Het is een stad waar bijna even veel mensen wonen als in heel Nederland. Honderdduizenden leven er op straat. Ze wonen op de trottoirs, miljoenen anderen wonen er in troosteloze barakken. Calcutta is een stad van eindeloos veel leed en armoede. Er heerst enorme werkloosheid en overal zitten bedelaars die om een aalmoes vragen. Velen komen om van de honger. Voor de regering van India is het heel moeilijk om dat probleem op te lossen. Zuster Teresa leefde midden in die stad. Ze vroeg zich steeds af: "Is hier iets aan te doen?" Ben ik eigelijk niet voor deze mensen gekomen, moet ik heel mijn leven brave meisje van rijke families les geven? Zuster Teresa gaat in de slums en op de straten, spreekt met de armen en helpt hen. Ze heeft alleen een stuk zeep en vijf roepies. Ze helpt hen om hun babies te wassen, hun wonden te reinigen. De armen in de slums zijn zeer verbaasd: wie is deze europese dame in haar goedkope witte sari? En ze spreekt vloeiend bengaals! En ze helpt hen wassen, opruimen en zorgen voor hun kinderen! Al vlug start ze met een slumschool voor de kinderen om hen te leren lezen en schrijven. Ze leert hen ook zich te wassen en brengt hen een beetje hygiëne bij. Iets later kan ze een kleine ruimte huren voor haar eerste slumschool. Zij slaapt eerst bij de zusters der armen. God is haar toevlucht voor sterkte en materiële hulp. En Hij helpt haar: altijd vindt ze de nodige medicatie, kleren, voedsel en ruimte om de armen te ontvangen, zodat ze hen kan helpen. 's Middags krijgen de kinderen een beker melk en een stuk zeep als ze regelmatig aanwezig zijn. Ze spreekt ook over de liefde van God. "God houdt echt van jullie" zegt ze, ook al schijnt hun situatie het tegenovergestelde te bewijzen.
In 1949 sloot de eerste zuster zich bij haar aan. Het was zuster Nirmala, een hindoe die zich tot het christendom had bekeerd. Later in 1949 komen jonge meisjes hoe langer hoe talrijker het leven van Moeder Teresa delen, die hen lang op de proef stelt alvorens hen aan te nemen. Ook velen van haar oud-studenten sloten zich bij de orde aan. In de herfst van 1950 erkent Paus Pius XII officieel de "Congregatie van de Missionarissen van de Naastenliefde". Al vlug werd Moeder Teresa geholpen door jonge mannen om de zieken en de stervenden van de straat op te rapen, om zware lasten te dragen en om 's nachts voedsel te bedelen bij vluchtelingen en daklozen. Vele van deze jonge mannen wilden hun leven toewijden aan de dienst van de armen. Zo ontstond de congregatie van de "Broeders missionarissen van de naastenliefde".
De eerste algemene overste was Broeder Andrew, een Australiër en jezuit. De broeders legden dezelfde geloften af als de zusters: gehoorzaamheid, zuiverheid, armoede en onvoorwaardelijke dienst aan de armsten onder de armen.
Moeder Teresa richt een huis in om verlaten kinderen op te vangen. In 1952 opende ze een eerste huis voor stervenden in Calcutta. In 1965 plaatste Paus Paulus VI haar orde onder onmiddellijk pauselijk gezag. Hij gaf Moeder Teresa tevens de toestemming om de orde ook buiten India uit te breiden. Dit gebeurde dan ook in de loop van de zestiger jaren. In 1971 eerde paus Paulus VI Moeder Teresa met de eerste pauselijke vredesprijs. In 1979 kreeg zij ook de Nobelprijs voor de Vrede; de hoogste onderscheiding ter wereld. In de voorgaande jaren had zij al vele, al dan niet kerkelijke, onderscheidingen ontvangen. Sindsdien viel overal waar Moeder Teresa verscheen haar een bijna ‘pauselijk’ ontvangst ten deel. Moeder Teresa overleed op 5 september 1997 in Calcutta te India, op 87-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hartaanval.
Zaligverklaring Moeder Teresa van Calcutta door paus Johannes Paulus II, 19 oktober 2013
Paus Johannes Paulus II verklaart de Nobelprijswinnares van 1979 op 19 oktober 2003, zes jaar na haar overlijden, zalig. Vanaf die datum begint in Albanië ook een speciaal Jaar van Moeder Teresa. 19 Oktober wordt hier voortaan de officiële feestdag voor Moeder Teresa.Na haar overlijden in 1997 werd de "heilige van de goot" opgevolgd door zuster Nirmala. Momenteel telt de orde zo'n 4.000 religieuzen.
"De zaligverklaring van Moeder Teresa kan aangegrepen worden als kans om meer voor anderen te doen dan voor jezelf'', aldus Moeder Teresa's opvolgster, zuster Nirmala. "Moeder leefde hier, werkte hier, stierf hier. Door haar zaligverklaring wordt Calcutta op een heel bijzondere manier gezegend'', zei de Indiase non. ,,Ogenschijnlijk heerst ongevoeligheid. Dat lijkt zo, omdat we hier zoveel lijden zien. Maar diep in de harten van ons volk zit die liefde voor lijdende mensen.''
Tegelijk met de zaligverklaring in het Vaticaan houden de zusters in Calcutta een openbare viering om het heuglijke feit te vieren. Tot 7 november 2003 houden ze periodieke gebedsbijeenkomsten uit dankbaarheid voor de eer die hun stichter ten deel valt. Om te voorkomen dat anderen haar naam voor hun eigen doeleinden misbruiken, is de orde bezig om het copyright op de naam Moeder Teresa te verwerven.
Genezing op voorspraak van Moeder Teresa:
Voordat de zaligverklaring kon plaatsvinden, moest de Paus nog een wonder erkennen, dat op hun voorspraak zou zijn geschied. Het Vaticaan erkende in oktober al een wonderbaarlijke genezing die na het aanroepen van Moeder Teresa zou hebben plaatsgevonden. Het betreft hier de wetenschappelijk onverklaarbare genezing van een Indiase vrouw. De priester Brian Kolodiejchuk heeft van het Vaticaan de opdracht alle relevante gegevens over Moeder Teresa te verzamelen en door te geven aan de Congregatie voor de Heiligverklaringen. Vorige week maakte Brian Kolodiejchuk de details van de genezing bekend. Deze zogenaamde "postulator" verklaarde dat het gaat om de genezing van Monika Besra, een echtgenoot en moeder. Zij leed aan tuberculose en had een tumor in haar buik. "De artsen dachten dat zij te zwak was voor operatie", aldus Kolodiejchuk. Haar situatie verslechterde snel. "Op 5 september 1998 om vijf uur 's middags, precies een jaar na de dood van Moeder Teresa, zochten wij Besra op, die op dat moment sliep en begonnen te bidden. Wij legden een zogeheten "wonderdadige medaille" op haar buik die voor de begrafenis langs het dode lichaam van Moeder Teresa was gestreken. De patiënt werd wakker en merkte dat het gezwel was verdwenen". Opvallend was de aanwezigheid van Monica Besra bij de Zaligverklaring van Moeder Teresa.
Katholieke leiders van de Indiase staat Punjab, een staat waarin de Sikhs een meerderheid vormen, zijn verheugd over de onthulling van een standbeeld van de zalige Moeder Teresa op een van de grote kruispunten van de stad Jalandhar op 8 juni 2005.
Heiligverklaring Moeder Teresa van Calcutta door paus Paus Franciscus op zondag 4 september 2016.
Voor een heiligverklaring zijn twee wonderen nodig en het tweede door de katholieke zuster verrichte wonder is erkend. Dit tweede wonder gaat over een man met een dodelijke hersenziekte. Zijn familie bad tot Moeder Teresa en nu is hij genezen. De doktoren zouden in het duister tasten over hoe dit mogelijk is.
Visitekaartje van Moeder Teresa
De vrucht van stilte is het gebed
De vrucht van het gebed is geloof
De vrucht van het geloof is liefde
De vrucht van liefde is dienstbaarheid
De vrucht van dienstbaarheid is vrede.