Heilige Maximiliaan Kolbe

De Heilige van Auschwitz

14 augustus: H. Maximiliaan Maria Kolbe, priester en martelaar

Maximiliaan Kolbe werd geboren op 7 januari 1894 in Zdunska-Wola, een voorstad van Lodz in Polen, als vierde van de vijf zonen uit het huwelijk van Juul Kolbe en Maria Dubrowska. Bij het H. doopsel ontving hij de naam Raymond. Zijn vader verdiende als wever de kost. Zijn moeder opende een winkeltje in levensmiddelen. Raymond Kolbe trad in bij de Orde der Minderbroeders Conventuelen nadat de Heilige Maagd Maria in een visioen hem daartoe opdracht gegeven had. Hij nam de naam "Maximiliaan" aan.

Van 1912 tot 1919 studeerde frater Maximiliaan in Rome, waar hij op 28 april 1918 tot priester werd gewijd. Als rechtgeaarde Pool bezat hij voor alles een grenzeloos vertrouwen in Maria. Zij was voor hem degene die de weg wijst naar evangelisch leven. Maximiliaan koos hier voor het model van Franciscus' leven. Spiritualiteit, bezinning, was voor Kolbe levensnoodzaak, een doorlopende bezinning op wat een leven voedt en draagt: "Een mens leeft immers niet van brood alleen". Net als de heilige Louis-Marie Grignion de Montfort heeft ook Maximiliaan Kolbe heel zijn apostolaat en evangelisatie gebouwd op dit centrale gegeven: in, door, met en voor Maria werken en leven, zodat wij door haar bij God komen.

Op 20 januari 1917, precies op de dag, waarop de Heilige Maagd Maria 75 jaar geleden aan Alphonse Ratisbonne verscheen, besluit Maximilian Kolbe om een Maria-organisatie op te richten. Op 17 oktober 1917 sticht hij, samen met zes medebroeders, te Rome de Militia Immaculata (Ridderschap der Onbevlekte), precies 3 dagen na de laatste verschijning van de Heilige Maagd Maria in Fatima (Portugal). Daar vraagt Maria om Rusland aan Haar Onbevlekt Hart toe te wijden. Maximiliaan belooft tijdens een van zijn preken, dat eens een beeld van de Heilige Maagd op het Kremlin in Moskou zal worden geplaatst. Voor de leden van de Militia Immaculatae, in Nederland bekend onder de naam Ridderschap der Onbevlekte, geldt als doel: "Zich inzetten voor de bekering van de zondaars, van de ketters en scheurmakers.... en vooral van de vrijmetselaars, en voor de heiliging van allen, onder bescherming en door bemiddeling van de Onbevlekte".

"De Militia Immaculatae wil de hele wereld veroveren voor Christus door Maria de Onbevlekte. Er zijn nog zoveel mensen, die Maria niet kennen, Haar nog niet beminnen en daarom zo ver afgedwaald zijn van de bron van het geluk, van God". "Door Haar met Haar en in Haar zullen wij missionarissen zijn tot in de verste uithoeken van de aarde, als volmaakt werktuig van haar liefde, om allen door Maria te bekeren en te heiligen". Op 28 april 1918 wordt hij tot priester gewijd in de kerk St. Andrea della Valle in Rome. Op 29 april 1918 draagt Maximiliaan Kolbe zijn eerste Heilige Mis op in de prachtige kerk St. Andrea delle Fratte in Rome, aan het altaar, waar de Heilige Maagd Maria in 1842 aan Alphonse Tobie Ratisbonne is verschenen; zie: Maria verschijnt in Rome aan Rastisbonne.

De Poolse franciscaner pater Maximiliaan Kolbe had in 1927, bij Warschau zijn Mariastad of Niepokalanow gesticht. Het gehucht krijgt naast een drukkerij ook een eigen radiozender, spoorbaan, brandweercorps en zelfs wordt begonnen met de aanleg van een vliegveld. De persen van de drukkerij draaien op volle toeren. Het klooster geeft vier tijdschriften uit, waaronder pater Maximiliaans "Ridder van de onbevlekte". De totale oplage is meer dan een miljoen. Het dagblad dat het klooster uitgeeft, heeft een oplage van meer dan 150.000 exemplaren. Hoewel pater Maximiliaan zeer streng is bij de toelating, wonen er op een gegeven ogenblik 762 broeders die de armoede van Sint-Franciscus naleven. Het was dan ook door zijn grote verering voor Maria, de Moeder Gods, dat hij het "Militia Immaculata" stichtte. Hij vertrok in 1930 naar Japan en verkondigde de Blijde Boodschap in woord en daad. De opbouw van de katholieke pers had hier zijn bijzondere aandacht. In 1936 keerde Maximiliaan naar Polen terug. Toen de Duitsers op 1 september 1939 Polen binnenvielen, viel de priester meteen op door zijn geëngageerde preken en duidelijke taal in zijn schrijven. In de bladen wordt veel kritiek geleverd en als vertegenwoordiger van de pers moest hij dagelijks met zijn arrestatie rekening houden.

In 1939 wordt pater Maximiliaan, met vier medebroeders, opgepakt en gevangen gezet in kamp Amtitz. Ze laten hem op 8 december - de dag van zijn Onbevlekte - weer vrij. Pater Maximiliaan stuurt zijn broeders naar huis, het klooster biedt onderdak aan Polen en joden. In februari 1941 wordt hij weer gearresteerd en naar Auschwitz gebracht, waar hij uiteindelijk wordt geplaatst op de ziekenafdeling. De Duitsers proberen het leven van hem tot een hel te maken. Hij moet gruis en bomen sjouwen. Wanneer hij uitgeput neervalt, slaat de commandant hem met een stok bijna dood en laat hem in het bos liggen. Terug in het kamp blijft pater Maximiliaan hameren op de liefde, alleen de liefde bouwt op. Hoewel het verboden is, zien de bewakers hoe gevangenen bij hem biechten.

Op de laatste dag van juli 1941 kondigden de loeiende sirenes in Auschwitz de ontsnapping van een gevangene aan. Als vergelding moesten tien van zijn medegevangenen sterven - een trage hongersdood, levend begraven in een speciale betonnen bunker. De hele dag stonden de gevangenen in de brandende zon te wachten, terwijl de Duits commandant en zijn assistent van de Gestapo door de rijen liepen om - tamelijk willekeurig - de tien slachtoffers te kiezen.
Een van de voor de dood aangewezen ongelukkigen, Franz Gajowniczek, vader van vier kinderen roept uit: "O! Mijn lieve vrouw en kinderen zal ik niet meer terugzien!" Op dat moment stapte een kleine man met diepliggende ogen en ronde brillenglazen naar voren en nam zijn pet af. "Wat wil die Pool?" vroeg de commandant. "Ik ben katholiek priester; ik wil sterven voor die man. Ik ben oud; hij heeft een vrouw en kinderen....ik heb niemand" zei Maximiliaan Kolbe. "Akkoord," antwoordde de commandant kortaf, en liep verder. Die nacht werden negen mensen en de priester naar de bunker gebracht.

De hongerbunker ligt onder de grond en is door een hoge muur van het kamp afgescheiden. Wie daar ingaat, wordt niet meer levend teruggezien. Wat wij weten over die kleine drie weken die volgen, is opgetekend door een Poolse tolk. Hij vergezelde de bewakers op hun ronden en moest vertalen wat de gevangenen zeiden. Hij vertelt hoe de kampcommandanten over de pater spraken. In het kamp waar alle menselijkheid verdwenen was, hadden ze zoiets nog nooit meegemaakt. Iemand die zijn leven offert voor zijn naaste. Uit de bunker klinkt gezang en gebed, maar met de dag wordt het geluid zwakker. Altijd zagen de bewakers de pater op de knieën, of staan tussen de stervende mannen. Tijdens deze stervenstijd was Maximiliaan Kolbe een rots in de branding voor zijn negen medelotgenoten. Ook in deze korte ondraaglijke periode heeft Maximiliaan gedaan wat hij als priester doen moest. Na bijna drie weken zijn de Duitsers het zat. De laatste vier levenden krijgen een dodelijke injektie. Op 14 augustus 1941, om 12:50 uur, na twee weken in de bunker en nog steeds bij bewustzijn, dient de kamparts Maximiliaan een dodelijke fenol-injectie toe. De euthanasiearts ziet hoe de lippen van pater Maximiliaan biddend sterven. De Poolse tolk ziet de mannen dood op de grond liggen, de gezichten zijn getekend door het lijden. Rechtop tegen de muur zit het dode lichaam van pater Maximiliaan, zijn gezicht is een en al vrede. Maximiliaan Kolbe stierf op de leeftijd van 47 jaar.

Op 17 oktober 1971 verklaart Paus Paulus VI pater Maximiliaan Kolbe zalig. Op deze zaligverklaring reageerde kardinaal Wojtila: "op deze plek van uiterste vernedering, willen wij de overwinning van de menselijke waardigheid vieren"… Op 10 oktober 1982 vindt de heiligverklaring van pater Maximiliaan Kolbe in Rome plaats door paus Johannes Paulus II. Die dag, op het plein van de Sint Pieter in Rome, kwam de dood van Maximiliaan Kolbe in het juiste perspectief te staan. Tussen de menigte van 150.000 mensen stond Franz Gajowniczek met zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen. De Paus omschreef de dood van Maximiliaan Kolbe met de woorden: "Dit is een overwinning over alle systemen van verachting en haat in mensen - het was een overwinning zoals die van onze Heer Jezus Christus."