Heilige Maria Goretti
Maagd en Martelares
Feestdag: 6 juli
Maria Goretti werd geboren op 16 oktober 1890 te Corinaldo (Italië) en op 17 oktober 1890 gedoopt en toegewijd aan de Heilige Maagd Maria. Door honger gedreven verhuist de familie Goretti naar Fierriere di Conca bij Nettuno en huurt daar een boerderij aan de Pontijnse moerassen; een omgeving verpest door muskieten. Het bovengedeelte van de woning wordt betrokken door de Serenellis, een weduwnaar met zijn zoon Alexander. Slecht opgevoed en ongodsdienstig; geen gebed en geen begrip voor zedelijkheid. Steeds meer drinken, hardvochtiger vloeken en tieren.
Op 6 mei 1900 overlijdt de vader van Maria. Hij heeft het onheil al zien aankomen, want op zijn sterfbed zegt hij constant tegen zijn vrouw Assunta "ga terug naar Corinaldo, ga hier vandaan". Maar de vrouw kan de boerderij niet in de steek laten, hoe graag ze ook zou willen. Er zijn immers getekende contracten. Maria Goretti is een grote steun voor haar moeder, klaagt nooit onder het vele werk dat zij moet verrichten en zegt vaak "Jezus kan ons niet in de steek laten". Bij de opgroeiende Maria kwam nu meer en meer het verlangen om Jezus te ontvangen door middel van de communie. "Ik verlang zo naar Jezus", zegt zij. Maar ze kon lezen noch schrijven en hoe moest ze de catechismus leren? Maar via een juffrouw in het dorp en de pastoor leerde ze snel en kon ze na enkele maanden al haar examen afleggen.
Eindelijk, op 6 juni 1901, brak de gezegende dag aan, waarop zij haar eerste H. communie ontving en wel op Sacramentsdag. Maria straalde, uit haar gelaatstrekken kon men duidelijk haar grote onschuld, haar reinheid en haar vroomheid aflezen. Er was één bijzonder iets, dat haar steeds als een muur omgaf, haar liefde voor God. Zij was dan wel een zeer vroom kind, maar zij was beslist niet naïef. Evenmin als dat andere boerenmeisje Jeanne d’Arc. Zoveel Maria kan, gaat zij ter communie. Maar het onheil nadert; de Serenellis mogen hun maaltijden in dezelfde keuken klaarmaken en Alessandro belaagt Maria constant. Maria heeft een instinctieve afschuw van de zonde, van het kwaad en elke zwakheid. Zij blonk vooral uit in haar ideaal van reinheid; ze leek op een uit de hemel neergedeelde lelie. Zij bidt: "neem mij Jezus, ik offer mij op aan U".
Maria was een flink meisje geworden, ze leek 15 jaar oud in plaats van 12. Alexander tiranniseert iedereen in huis en verdeelt het werk naar goeddunken. Assunta verdraagt omwille van de lieve vrede, dat ze door Alexander geslagen wordt. Alexander is lief voor Maria en verwendt haar. Het kind is bang voor hem; vaag begrijpt ze, dat het in de houding van de jongen schort aan eerlijkheid, oprechtheid en vooral aan reinheid. Deze grote jongen, aan wie niemand weerstand biedt, voelt zich gekwetst in zijn trots en maakt duidelijk waar hij op aandringt. "Neen, nooit, dat is zonde! God verbiedt het ons, we zouden naar de hel gaan", roept Maria.
De volgende dag, vrijdag 5 juli 1902, beveelt Alexander ieder om bonen te gaan dorsen. Hij gebiedt Maria om zijn hemd te gaan verstellen. Het kind huivert, zou het een valkstrik zijn? Ze durft niet ongehoorzaam te zijn Alexander volgt haar stiekem. Alexander grijpt haar bruut bij de pols en schreeuwt: "Hoe me niet tegen, of ik vermoord je!" Maria gilt om hulp en vecht als een tijgerin. Alexander kan zich niet langer bedwingen en steekt toe, keer op keer. 14 Keer doorboort het tweesnijdige mes het kind. Eén steek passeert op enkele millimeters haar hart. Maria zakt ineen in een zee van bloed en roept: "Moeder, ik sterf, moeder!" De bruut is helemaal niet van zijn stuk en loopt weg. Toch keert hij even later terug om er helemaal zeker van te zijn, dat Maria dood is en steekt opnieuw toe. Dan gaat hij naar zijn kamer, gaat op bed liggen en slaapt vredig in…..
Het is Maria gelukt zich tot aan de stoep voort te slepen en roept heel zwakjes om hulp. "Help mij ….. help mij! Allessandro ….. heeft me ….. vermoord!" Kort daarna valt ze flauw. Maria Goretti wordt overgebracht naat het ziekenhuis, waar men haar 2 uur lang opereert. Uit angst, dat zij het niet zal over-leven, geeft men haar geen verdoving. Zij lijdt vreselijk, maar geeft geen kik. Zij bidt: "Jezus u heeft zoveel voor mij geleden, help mij voor U te lijden." De dokter zegt tegen de ontboden priester: "Eerwaarde u vindt een engel en wij zullen, vrees ik, een lijk moeten achterlaten."
Allessandro wordt een uur na het misdrijf door de politie geboeid weggevoerd. De politie voorkomt, dat hij wordt gelyncht door een woedende menigte. ’s Nachts mag Assunta niet bij haar dochter blijven. Midden in de nacht komt de rector. Hij stelt Maria Goretti voor haar op te nemen in de Mariacongregatie, onder de kinderen van Maria. Hij hangt haar de Medaille aan het blauwe lint om de hals en zegent haar. Maria Goretti kust de afbeelding van de H. Maagd Maria en spreekt het gebed uit, dat Catharina Labouré van de Heilige maagd zelf mocht vernemen:
"O Maria, zonder zonden ontvangen,bid voor ons, die onze toevlucht tot U nemen"
De ochtend van de volgende dag, zondag 6 juli 1902 ontvangt Maria Goretti de Heilige Communie. Het leek of men de Communie van een Engel bijwoonde. Daarbij zegt zij: "Ik vergeef mijn moordenaar uit liefde tot Jezus. Allessandro moet ook bij mij in de hemel komen. Ik heb hem al vergiffenis geschonken. Ik hoop, dat God hem ook zal vergeven. Straks zal ik Hem zien van aangezicht tot aangezicht!" Assunta is bij haar dochter. De blikken van Maria Goretti gaan naar het Mariabeeld op haar kamer en zij fluistert: "De Madonna wacht op mij". Dan komt de benauwde doodsstrijd.
Het is 6 juli 1902, ’s middags om 3.45 uur. Maria Goretti is elf jaar en 9 maanden oud Geworden. Zij sterft met haar lippen op het kruisbeeld gedrukt. Na haar dood breekt een enorme devotie uit. Velen knielen bij haar graf, vroegen en kregen haar voorspraak bij God. Op 27 april 1947 wordt Maria Goretti, maagd en martelares, Zaligverklaard. Uit de gehele wereld stroomt men samen om haar te huldigen. De nieuwe Zalige met de eretekenen van haar overwinning: de lelie en de palmtak. Haar moeder Assunta is daarbij aanwezig. ’s Middags wordt zij door de Paus ontvangen.
Allessandro is veroordeelt tot 30 jaar gevangenisstraf en dwangarbeid. Hij hoort in zijn cel van de zaligverklaring en lacht smadelijk: "Als zij een Heilige is, laat zij dan uit de dood opstaan". Maar Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. Tijdens een droom ontmoet hij Maria Goretti, die hem een witte lelie aanbiedt. Terwijl hij de bloemen aanneemt, veranderen ze in kleine flikkerende vlammen. Dat is het begin. Als de bisschop hem bezoekt, verneemt Allessandro, dat Maria Goretti hem vergeven heeft. "Ze heeft mij vergeven?" mompelt hij. Hij barst in hevig snikken uit. Het ijs is gebroken. Het monster blijkt toch een hart te hebben.
Hij gaat biechten en legt openlijk zijn schuldbekentenis af. Kerstmis 1937 zet hij de moeilijkste stap, reist hij naar Assunta en vraagt hij huilend op zijn knieën aan de moeder van Maria Goretti om vergiffenis. "Als Maria je vergeven heeft, waarom zou ik je dan niet vergeven?" zegt zij eenvoudig. In de Kerstnacht ziet men Assunta met de moordenaar van haar liefste dochter samen geknield aan de communiebank. Hij treedt in het Klooster der Benedictijnen, waar men hem als tuinier aanstelt en krijgt hij de naam broeder Stephano. De wens van Maria Goretti op haar sterfbed is uitgekomen!
Op 24 juni 1950 wordt Maria Goretti door paus Pius XII Heiligverklaard in aanwezigheid van haar moordenaar. Diplomaten, bisschoppen en leden van de Romeinse adel zijn daarbij in de Sint Pieter in Rome aanwezig. Voordat ze stierf, schonk Maria Goretti haar dader vergiffenis. Door de kerk wordt ze als voorbeeld gesteld aan alle maagden. Maria Goretti is ook patrones van de jeugd. Haar eigenlijke feestdag is 6 juli. Maria Goretti, een klein meisje, de Bron van al wat goed is. Haar leven is verfilmd in de Italiaanse film; "Cielo sulla Palude" (de hemel boven het Moeras). Zij heeft de dood gekozen boven de zonde. Door de zuiverheid gaat men tot God. De Italiaanse katholieke Vrouwenbond heeft dit kind tot Patrones gekozen, tot voorbeeld van het meisje van nu. Haar stoffelijk overschot is bijgezet in een reliekschrijn in de kerk van O.L. Vrouwe van Genade in Nettuno.
Maria Goretti kan de huidige jeugd in een tijdperk van zedelijk verval en ontrouwe laag-bij-de-grondse mentaliteit dienen tot behoudt van hun lichamelijke reinheid en geestelijke integriteit. Deze levensbeschouwelijke mentaliteit is ook nog eens onderstreept door een tijdgenoot Pater Pio van Pietrelcina. Hij is inmiddels Zaligverklaard. De heiligheid van Maria Goretti bestaat niet alleen hierin, dat zij de dood boven de zonde verkoos, maar uit alles wat haar in haar zo korte leven de kracht gegevens heeft de marteldood te trotseren: de beoefening van de deugden in de familiekring, de geest van gebed en boetedoening, de vurige godsvrucht tot Maria en de H. Eucharistie, het ontvangen van de sacramenten.
Maria Goretti is een tijdgenoot van 3 grote Heiligen, die haar boodschap onderstrepen, nl. paus Pius X, Theresia van het Kind Jezus en Gemma Galgani.
De uitspraken en intenties van Maria Goretti worden 15 jaar na haar dood nogmaals herhaald door De H. Maagd Maria in 1917 in Fatima. Een kort gebed luidt: "Heilige Maria Goretti waak over de jeugd van de gehele wereld".
Voetnoot door webmaster Leo de Bondt
"Ik vergeef mijn moordenaar uit liefde tot Jezus. Allessandro moet ook bij mij in de hemel komen. Ik heb hem al vergiffenis geschonken. Ik hoop, dat God hem ook zal vergeven. Straks zal ik Hem zien van aangezicht tot aangezicht!" Wat een prachtige woorden voor zo'n jong meisje. Wat een Engel. Alles gebeurde, zoals zij gewild had. Een ware Heilige.
Heilige Maria Goretti bid voor ons