Heilige Franciscus van Assisi
(1182-1226)
Feestdag: 4 oktober
Danken, dienen en dragen. Dit zijn de basiswaarden van de Franciscaanse lekenspiritualiteit
Franciscus van Assisi werd in 1182 geboren in Assisi als Giovanni, later Francisco, di Pietro di Bernardone. Franciscus was de zoon van Pietro di Bernardone en monna Pica. Zijn vader was een aanzienlijk koopman en daarin zou Franciscus hem opvolgen. Als een vrolijke jongeling zag hij voor zichzelf een carrière weggelegd als ridder. In 1202 trok hij als twintigjarige ten strijde tegen de stad Perugia. Hij werd gevangen genomen en voor een jaar in de kerker gezet. Hiermee begint een bekeringsproces dat enkele jaren in beslag neemt en uitloopt op radicale navolging van Jezus. In San Damiano knielde hij in 1205 voor het vervallen kerkje toen de Heer tot hem sprak: "Herstel mijn kerk". Aanvankelijk vatte hij dit letterlijk op en begon met het metselwerk aan vervallen kerkjes, o.a. het kerkje van Portiuncula, dat zich nu bevindt in de Basiliek van Maria der Engelen. Het geld daarvoor verkreeg hij door de verkoop van stoffen van zijn vader. Zodoende wekte hij de onwil bij zijn vader. Zijn vader klaagde hem aan bij de bisschop vanwege ontvreemding van familiebezit, maar toen Franciscus werd gedaagd voor de bisschop, trad hij gelijk toe tot de geestelijkheid. Zijn vader onterfde Franciscus, waarop Franciscus hem zijn kleren teruggaf om alleen God zijn Vader te mogen noemen. In armoede wilde hij zijn verdere leven gestalte geven. Een leven waarin de armoede gepredikt werd en waaruit de liefde tot God duidelijk naar voren moest komen.
In 1206 vestigde Franciscus zich buiten de muren van de stad en gaat hij leven als een kluizenaar.Veel volgelingen sloten zich bij hem aan. Zo ontstond er de O.F.M. (de Orde van de Minderbroeders). Hij stelde orderegels op, die later door paus Innocentius III in 1210 werden bevestigd. Spoedig vond men overal de bedelmonniken van de orde van Franciscus. Hij predikte onder de bevolking en naar men zegt onder de dieren, en met een groep volgelingen kreeg hij op 16 april 1209 toestemming een orde te vormen die in uiterste armoede zou voortgaan. Op Palmzondag 1211 sloot Clara zich bij de jonge franciscaanse beweging aan. In 1212 kwam er een orde voor vrouwen, de Clarissenorde, Tweede orde genoemd (de arme Claren), naar Clara van Assisi, die door Franciscus werd onderwezen in de Franciscaanse vroomheid. In 1221 kwam er een derde orde, voor leken die toch de Franciscaanse waarden wilden beleven zonder geheel met de wereld te breken. Hij legde de grondslag voor de prediking onder de Mohammedanen.
In 1219 trekt Franciscus naar het kruisvaartleger in Damiate in Egypte en bezoekt het land waar zijn grote voorbeeld, Jezus, rondtrok en leefde.
Op een beslissend moment in zijn leven komt hij een melaatse tegen. Hij gooit hem niet vanaf zijn paard een geldstuk toe, maar stijgt af, gaat naar de man toe en omhelst hem. Daarna gaat hij zich vanuit deze houding van kwetsbaarheid steeds meer afvragen hoe om te gaan met mensen en met dieren, met bezit en met ziekte, met de goede dingen van het leven en met teleurstellingen, met vriendschap en met autoriteit. De autoriteit in die tijd was een sultan. Terwijl er kruistochten gaande zijn, besluit Franciscus naar de legerplaats van de sultan te gaan om met hem te spreken; ongewapend. De sultan ontvangt hem met alle respect.
Hij keert terug als hem ter ore komt, dat zijn broederschap door zijn afwezigheid in verwarring is geraakt. Thuis gekomen treedt hij af als generale minister. In 1221 keuren de minderbroeders - die dan met enkele duizenden zijn - de laatste redactie goed van hun voorlopige regel, die hun ervaringen en besluiten van de voorafgaande tien jaar vastlegt. Als die niet blijkt te voldoen, stelt Franciscus in 1223 een nieuwe versie samen. Dat jaar viert hij Kerstmis met een levende kerststal.
Zijn navolging van Christus gaat zo ver, dat hij in 1224 na veertig dagen vasten op de berg La Verna de stigmata of wondtekenen ontvangt, alsof hij zelf aan het kruis heeft gehangen.
In 1225 wordt hij voor zijn ziekten verzorgd in San Damiano - waar Clara van Assisi met haar zusters huist. Langzaam verliest hij zijn gezichtsvermogen. In zijn laatste levensjaren schrijft Franciscus het lied van de schepping, ook bekend als 'Het zonnelied van Franciscus'. Hierin bezingt Franciscus de schoonheid van de schepping. In de laatste maanden van zijn leven dicteert hij zijn Testament. In de eerste helft daarvan schetst hij in het kort zijn eigen geestelijke weg. Zijn absolute trouw aan Vrouwe Armoede maakt dat hij zijn lichaam enorm verwaarloosd heeft en op 3 oktober 1226 sterft hij dan ook bij de kapel van Portiuncula, slechts 44 jaar oud maar totaal uitgeput. Vier oktober is zijn naamdag. Omdat Franciscus zo'n grote dierenvriend was, is zijn sterfdag tijdens een dierenbeschermingscongres in 1929 in Wenen uitgeroepen tot Werelddierendag. Zijn lichaam werd in stoet door de inwoners van Assisi naar de San Giorgio gedragen, waar het zijn eerste rustplaats kreeg en waar paus Gregorius IX de heiligverklaring uitsprak op 16 juli 1228. Naderhand werd door Fra Elia de basiliek gebouwd, die aan de heilige is toegewijd. De heilige werd er begraven in de benedenkerk. Clara overleefde Sint-Franciscus vele jaren en slechts bij het naderen van haar dood, in 1253, kreeg zij van paus Innocentius IV de goedkeuring van de Regel van haar Orde (de Arme Klaren).
Franciscus staat bekend als iemand die het gevoel in de godsdienst heeft gebracht. Niet alleen maar het afschrikwekkende van de godsdienst werd benadrukt, maar ook het gevoel: de liefde van God voor de mensen, het menselijke in Christus en zijn moeder Maria. Hij heeft verder een bijzondere liefde voor de natuur. De prediking van Franciscus was volgens de legende ook gericht aan de vogels en de bloemen. Ook hen riep hen op om God lief te hebben en hem te gehoorzamen. Alle schepselen, dus ook de dieren en planten noemde hij "zijn broeders". Alle mensen riep hij op om zich open te stellen voor de natuur: ook die was door God geschapen. God was immers in de natuur aanwezig ! Een minstens zo beroemd verhaal is dat over de wolf van Gubbio. Eens viel deze wolf een man aan en Franciscus maakte het kruisteken over de wolf. Dat deed de bek van de wolf dicht en het dier gaat onderdanig liggen.
Als wij ons milieu als erfenis veilig willen stellen voor toekomstige generaties, dan moeten wij een manier zien te vinden, waarop we de mensheid tot ieders tevredenheid kunnen verzoenen met de ecologische systemen, die bepalend zijn voor alle menselijk leven en onze beschaving. We moeten dan erkennen dat die ecologische systemen een wezenlijke waarde hebben, die hoger ligt dan het nut, dat ze ons opleveren. We moeten ze, in hun en in ons eigen belang, met ontzag gebruiken. Geen filosoof of kerkelijk denker is ooit gevoeliger geweest voor de intieme relatie tussen mensheid en natuur dan de heilige Franciscus van Assisi. Wat in onze tijd stilaan ondernomen wordt om de natuur te behouden, weer respect te hebben, eerbied ook voor de wildernis en al wat daarin leeft - een ideaal dat neerkomt op het vinden van "hoop in Gods wildernis" - begon in feite bij die Franciscus van Assisi.
Het Tau-teken:
Franciscus heeft eens een briefje geschreven aan zijn vriend, broeder Leo, waarin hij hem zegende. Deze broeder Leo bevestigde later dat Franciscus zelf deze zegen had geschreven en getekend. Er stond een grote letter T met daaromheen in het Latijn/Italiaans:
Dns benedicat te, f leo, ofwel: Dominus benedicat te, frater Leo.
dat is: De Eeuwige zegene jou, broeder Leo.
Daarboven had hij de zegen uit de bijbel geschreven:
De Almachtige zegene je en bescherme je. Hij tone je zijn gezicht de Almachtige zij je genadig: hij wende zijn gezicht naar je toe
en geve je vrede.
"Franciscus had een uitzonderlijke voorliefde voor het Tau-teken. Hij wees er tijdens de onderrichting van zijn broeders keer op keer op. Hij gebruikte het als briefhoofd bij officiële stukken en ondertekende er briefjes mee die hij soms uit genegenheid aan anderen schreef. Hij had, naar het woord van de profeet Ezechiël, niets anders op het oog dan het voorhoofd van allen die zich oprecht tot Jezus hadden bekeerd, met het Tau-teken te tekenen. "
Patronage:
De heilige Franciscus is patroon van de Franciscaanse orde. Ook kooplieden, kleermakers, armen en natuurbewegingen vragen de voorspraak van Franciscus van Assisi.
Attribuut:
Een kruis tegen zijn borst. Een doodshoofd. Een rozenkrans. Een witte lelie.
Het Zonnelied van Franciscus
(Het Loflied op de Schepselen)
Wees geloofd, mijn Heer
door al Uw schepselen
vooral door broeder zon,
die de dag brengt en ons beschijnt;
schoon is hij
en stralend in grote luister:
van U, Allerhoogste, ons een gelijkenis.
Wees geloofd, mijn Heer,
door zuster maan en de sterren,
aan de hemel heeft U ze gezet,
klaar, kostbaar en mooi.
Wees geloofd, mijn Heer,
door broeder wind en de luchten
en wolken en heldere hemel
en ook door weer,
dat gij Uw schepselen geeft.
Wees geloofd, mijn Heer
door zuster water,
zo nuttig en nederig
zo kostelijk en kuis.
Wees geloofd, mijn Heer,
door broeder vuur,
door wie U de nacht laat verlichten.
Schoon is hij en vrolijk
en krachtig en sterk.
Wees geloofd, mijn Heer,
door onze zuster, moeder aarde,
die ons draagt en voedt en ons
velerlei vruchten schenkt
en kleurige bloemen en gras.
Wees geloofd, mijn Heer, door hen die
om Uw liefdes wil vergeven,
die onzekerheid en verdriet verdragen.
Zalig zij die in vrede volharden.
Zij worden door U gekroond.
Wees geloofd, mijn Heer,
door onze zuster, de lijfelijke dood.
Zalig degenen die zij verzoend vindt
met Uw heiligste wil.
Hen kan de tweede dood niet deren.
Looft en prijst mijn Heer!
Ter herinnering aan Gerard van Egmond, Franciscaan
5 oktober 1926 - 29 januari 2004
Hij heeft mij het Rooms-katholieke geloof bijgebracht, mij en mijn vrouw getrouwd. Zonder hem zou deze Mariahomepage niet hebben bestaan.