Heilige Thomas More

Martelaar

Feestdag: 9 juli

Thomas More werd in Londen geboren op 7 februari 1478 als oudste zoon van John More, een advocaat die later werd geridderd en benoemd tot rechter. Zijn moeder stierf waarschijnlijk toen Thomas nog jong was.

Als kleine jongen werd Thomas al in dienst gesteld bij de Aartsbisschop van Canterbury. Daarna studeerde hij rechten in Oxford, waar hij twee jaar lijkt te hebben doorgebracht en in Londen. Hij verbreedde ondertussen zijn interesses op het gebied van cultuur, theologie en en een grondige opleiding in formele logica. Hij studeerde Grieken Latijn en onderhield het gezelschap en de vriendschap van belangrijke figuren uit de Renaissance-cultuur, waaronder Erasmus uit Rotterdam.

In 1504 werd Thomas lid van het Engelse Lagerhuis. Erasmus verbleef vaak bij Thomas thuis en schreef daar in 1509 het aan hem opgedragen Lof der zotheid. Ook voerden Thomas en Erasmus onderling een uitgebreide correspondentie. In 1510 werd Thomas rechter en kort daarna ondersheriff van Londen.

Eind 1504 trouwt hij met Jane Colt; zij kregen drie dochters en een zoon. In 1511 trouwt hij met Alice Middleton. In 1518 wordt hij zelfs tot de adelstand verheven. In deze tijd vervulde hij ook een politieke rol. Hij was niet alleen een van de meest belangrijke politici van Europa, hij was ook een van de grootste humanisten uit zijn tijd. Hij was buitengewoon geleerd.

More was een warm pleitbezorger van een hervorming van de katholieke Kerk: terug naar de bron en het evangelie begrijpen met behulp van Griekse en Romeinse schrijvers en filosofen.

Hij schrijft een boek "Utopia." Dit boek presenteert veel thema's zoals rijkdom, macht, slavernij en oorzaken van onrecht . Het overkoepelende thema in het boek is de ideale aard van een utopische samenleving. In Utopia is er geen hebzucht, corruptie of machtsstrijd vanwege het feit dat er geen geld of privébezit is. Zijn werk is een sociale satire en geen modelvoorbeeld.

Zijn grote intelligentie, onpartijdigheid en wijsheid, trokken de aandacht van koning Hendrik VIII. Hij klom op in de rangen van het parlement en werd in 1529 Lord Chancellor (minister van Justitie).

Thomas More was een trouw aanhanger van de paus in Rome. Toen koning Hendrik VIII de autoriteit van de rooms-katholieke paus in Rome verwierp en een onafhankelijke kerk in Engeland stichtte, ontstond er tussen hem en Thomas een conflict.

Hendrik VIII eiste, dat Thomas een eed zou afleggen, bekend als "Act of Succession and Oath of Supremacy" te ondertekenen, die de autoriteit van de paus ontkende en verklaarde dat de koning de absolute autoriteit in Engeland was, dat Anne koningin was en dat haar kinderen de heersers van Engeland zouden worden. Dat weigerde Thomas. Daarop beschuldigde de koning hem van verraad en werd hij gevangengezet in de Tower van Londen. Een jaar lang zat Thomas gevangen, ziek en verstoken van de van de heilige Sacramenten. Zijn misdaad: hij was katholiek.

Tijdens een speciale rechtszitting in de Westminster Hall blijft More zich beroepen op zijn geweten en wordt hij ter dood veroordeeld. Vlak voor zijn dood zou Thomas nog een staaltje van zijn fijnzinnige humor hebben getoond. Bij het beklimmen van het schavot struikelde hij over de laatste tree. De beul, die al klaar stond, schoot toe om hem op te vangen en overeind te helpen. Waarop Thomas opgemerkt moet hebben: “Ja, daar zag je bijna je beulsloon aan je neus voorbijgaan."

Hij wordt op 6 juli 1535 op Tower Hill onthoofd. Zijn lichaam wordt begraven in een verzamelgraf op het gevangenisterrein. Zijn hoofd wordt ter afschrikking op de Tower Bridge gespietst. Dat hoofd is uiteindelijk begraven in de grafkelder van de familie Roper, de schoonfamilie van zijn dochter Margaret, in de parochiekerk van St. Dustan in Canterbury.

In 1886 werd More zalig verklaard door paus Leo XIII. Zijn heiligverklaring vond plaats op 19 mei 1935, 400 jaar na zijn executie. 

Beschermheilige: van advocaten, politici en staatslieden. 

(Beschermer tegen onrecht, aanroepen voor een eerlijk proces, voor  hulp bij een rechtszaak en een goede afloop ervan. Helper van hen die onrechtvaardig behandeld worden.)