Heilige Thomas (Tomas) de Apostel
1e eeuw na Christus
Naamdag: 3 juli
Volgens de evangelies behoorde hij tot 'de twaalf', de kring van Jezus' meest intieme leerlingen, die Hijzelf de naam 'apostel' (= 'zendeling' of 'gezondene') gaf (Matteus 10,3; Markus 3,18; Lukas 6,15; Handelingen 1,13). Soms draagt hij de bijnaam 'Dydimus' (= 'Tweeling': Johannes 11,16;20,24).
De Bijbel verschaft weinig biografische informatie over Tomas. Hij wordt slechts enkele malen genoemd in de evangeliën. De eerste vermelding is direct na het overlijden van Lazarus. Jezus wilde terugkeren naar Judeawaar de Joden hem kort daarvoor wilden stenigen. Tomas zei daarop: "Laten ook wij maar gaan, om met hem te sterven." Tomas komt ook voor in het verslag van het Laatste Avondmaal. Jezus zei bij die gelegenheid dat hij een plaats voor zijn discipelen zou bereiden en dan zou terugkomen. Hij voegde daaraan toe: "Jullie kennen de weg naar waar ik heen ga." Tomas reageerde daarop met: "Wij weten niet eens waar u naartoe gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?" Het antwoord van Jezus luidde: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij."
Verreweg het bekendst is de passage waarin de discipelen de opgestane Jezus hebben gezien. Tomas was hier niet bij en kon het niet geloven. Hij zei: "Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven." Een week later verscheen Jezus weer; ditmaal was Tomas er wel bij. Jezus zei tegen hem: "Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof." Tomas antwoordde: "Mijn Heer, mijn God!" Jezus zei tegen hem: "Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven."
Jacobus de Voragine's Legenda aurea uit de dertiende eeuw bevestigt het beeld van Tomas als de ongelovige apostel. Toen Maria gestorven was, legden de leerlingen haar in het graf om vervolgens getuige te zijn van haar tenhemelopneming. Volgens De Voragine was Tomas ook dit keer afwezig en geloofde hij later niets van het verhaal dat de anderen hem vertelden. Pas toen uit de hemel Maria's gordel plotseling in zijn handen viel, realiseerde hij zich dat zij daar met lichaam en ziel was opgenomen.
In het evangelie van Johannes staan enkele malen, na de naam Tomas, de woorden “die Didymus wordt genoemd”. Het Griekse woord didymos heeft de betekenis van "tweeling". Dat is weer de vertaling van het woord thomas in de Semitische talen. Een van de leerlingen van Jezus werd dus benoemd als tweeling. In Johannes 14,21 staat Judas - niet Iskariot - zei tot Hem: "Heer, hoe komt het dat Gij Uzelf aan ons zult openbaren en niet aan de wereld? . In oude Syrische vertalingen staat hier in plaats van Judas - niet Iskariot het woord Tomas of Judas Tomas. Het laatste heeft dan de betekenis van Judas de tweeling.
Later zou Thomas naar Azië (India) getrokken zijn en daar de mensen hebben bekeerd tot het christendom en zelfs de koning van het boeddhistische Kushan rijk hebben ontmoet. Hier zou hij ook zijn gestorven. De gevolgen van deze evangelistie zijn volgens de traditie de huidige Thomaschristenen in die gebieden. Thomas' volgelingen zouden later naar Edessa in Syrië zijn gestuurd en nog later via Griekenland (Chios) in Ortona (Italië) zijn beland. Volgens de overlevering ligt zijn lichaam nog steeds in de kathedraal daar. (Sint-Thomas kathedraal).
Het Thomas-evangelie:
In de Bijbel staan 4 evangelien. Deze evangeliën zijn geschreven in de eerste eeuw en zijn deels uit de eerste hand. Toen het christendom in de tweede en de derde eeuw groeide, kwamen er meerdere evangeliën. Deze werden als onvoldoende betrouwbaar gezien en kwamen daarom niet in het Nieuwe Testament. Het evangelie van Thomas, echter, heeft zoveel gelijkenissen met de bekende evangeliën, dat ze soms wordt beschouwd als het vijfde evangelie. Het is een verzameling losse uitspraken van Jezus, zonder dat er een verhaal inzit. Er staat ook niets over Pasen of over de geboorte van Jezus. Omdat dit Thomas-evangelie pas in 1947 is ontdekt, beschouwen velen het als een bevestiging van de bekende evangeliën.
Zie ook onze site over het Thomas Evangelie.