De Heer is mijn Herder
(Psalm 23: 1-3)
De Heer is mijn Herder!
'k heb al wat mij lust;
Hij zal mij geleiden
naar grazige weiden.
Hij voert mij al zachtkens
aan waatren der rust.
De Heer is mijn Herder!
Hij waakt voor mijn ziel,
Hij brengt mij op wegen
van goedheid en zegen,
Hij schraagt me als ik wankel,
Hij draagt me als ik viel.
De Heer is mijn herder!
Al dreigt ook het graf,
geen kwaad zal ik vrezen,
Gij zult bij mij wezen;
o Heer, mijn vertroosten
uw stok en uw staf!
De Heer is mijn Herder!
In 't hart der woestijn
verkwikken en laven
zijn hemelse gaven;
Hij wil mij versterken
met brood en met wijn.
De Heer is mijn Herder!
Hem blijf ik gewijd!
'k Zal immer verkeren
in 't huis mijnes Heren:
zo kroont met haar zegen
zijn liefde me altijd.