Heilige Sint Nicolaas
Feestdag 6 december
De geschiedenis:
Volgens de overlevering was de Heilige Nicolaas afkomstig uit Pataras een klein stadje in de Provincie Lycie in Klein Azie (Turkije), waar hij in de tweede helft van de derde eeuw in het jaar 270 werd geboren. Nadat zijn oom, de bisschop van het aldaar gelegen Myra, was gestorven, volgde Nicolaas hem op negentienjarige leeftijd op als bisschop van Myra (Demre). Als zodanig zou hij tegen ketterijen als het Arianisme en de Dianaboom gestreden hebben.
Hij werd beroemd en Heilig verklaard na het verrichten van verschillende wonderen, die uitgroeiden tot legendes. Volgens de legende heeft hij zijn dorp gered van de ondergang door honger. Het verhaal gaat ook dat hij drie overleden kinderen weer tot leven heeft gewekt, en geschenken en bruidschatten aan arme meisjes heeft gegeven. Hij zou het concilie van Nicea in het jaar 325 hebben bijgewoond. De cultus rond Sint Nicolaas gaat heel ver terug, vooral in de Grieks-orthodoxe kerk en ook in Rusland. Al in de zesde eeuw is in Constantinopel (nu Istanbul) een kerk gebouwd te zijner ere. In Duitsland begon de verering onder keizer Otto II, waarschijnlijk omdat zijn vrouw een Griekse was.
Verering als Heilige:
Al voor het jaar 1000 was hij één van de meest algemeen vereerde heiligen in de oosters en westerse kerk. Nicolaas overleed op 6 december, maar het jaartal (rond 340) staat niet vast. In 1087 werd het stoffelijk overschot van de op dat moment al als heilige vereerde Nicolaas door Italiaanse kooplieden uit de graftombe van Myra geroofd. Nicolaas werd op 9 mei 1087 overgebracht naar de havenstad Bari in Zuid Italie.
Zijn gebeente rust daar thans in een basiliek, die zijn naam draagt. Zijn feestdag "6 december" kreeg hij in de 13e eeuw. Zijn verering greep om zich heen, eerst in het Oost- en later in Zuid-Italië en vandaaruit veroverde hij de rest van Europa.
De invloed van Wodan op het Sinterklaasfeest:
Sint Nicolaas heeft in West Europa de rol van de Germaanse God Wodan overgenomen. Met de komst van de katholieken werd Wodan langzaam maar zeker naar de achtergrond gedrukt. Omdat het geloof van de Germanen erg diep geworteld was werd het feest niet afgeschaft, maar samengevoegd met een ander feest. Wat vinden we tegenwoordig nog terug in het Sinterklaasfeest dat we aan deze Germaanse oppergod hebben te danken? Het uiterlijk van de baard en mantel zijn natuurlijk onmiskenbaar. Verder is de schimmel van Sinterklaas hoogstwaarschijnlijk een afstammeling van Sleipnir en ook het lopen over de daken valt terug te leiden naar het door de lucht rijden van Wodan. Het knechtje Ekhard is terug te vinden als Zwarte Piet, maar ook het zwarte masker van de sjamaan kan van invloed zijn geweest op het ontstaan van de Zwarte Pieten. In Angelsaksische landen werd Sint Nicolaas bekend als Santa Claus, voorgesteld als kerstman die geschenken uitdeelt op kerstavond. Emigranten namen de Sinterklaastraditie mee naar Amerika.
De Nederlandse traditie:
In 1050 werd er een kapel in Nijmegen aan Nicolaas gewijd, als eerste van de vele die zouden volgen. De Nederlandse Sinterklaastraditie begon in 1325 in Amsterdam. Toen werd de Oude Kerk ingezegend, met Sint Nicolaas als patroon. Op 6 december kregen de kinderen na de mis wat geld en kleine cadeautjes. In het begin van de 15de eeuw werd er op die datum jaarlijks een grote Sinterklaasmarkt gehouden op de Dam in Amsterdam. Bakkers verkochten honingkoek, amandelbrood, speculaas en marsepein. In die tijd werden Amsterdammers ook wel Sinterklaasmannen of Koeketers genoemd en daar waren ze trots op. Vóór de Oude Kerk stond een standbeeld van Sint Nicolaas, gemaakt van puur zilver. Tijdens de Reformatie, toen het katholicisme verboden was, werd dat beeld omgesmolten tot muntgeld. Speculaas werd verboden en de Sinterklaasmarkt moest vroeg sluiten. Sinterklaas werd echter aanbeden als nooit tevoren. Tot 1648 vierden de Amsterdammers het feest in de illegale kerk "Onze Lieve Heer op Zolder", nu een museum. In 1887 werd de nieuwe Sint Nicolaaskerk ingezegend: een stenen standbeeld kijkt langs het Centraal Station uit over het IJ. Vanaf die tijd zijn Sinterklaas en Amsterdam weer onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Het is niet duidelijk waarom hij, volgens de Nederlandse traditie, uit Spanje komt. Misschien heeft het te maken met het feit dat Sint Nicolaas de beschermheer van de scheepvaarders was. In de 17e eeuw was Holland namelijk bekend om zijn scheepvaart. Misschien dat door het contact met Spaanse scheepvaarders deze traditie is begonnen. Dit kan ook het feit verklaren waarom Sint Nicolaas geholpen wordt door Zwarte Pieten; de Moren overheersten in Spanje gedurende enkele eeuwen rond die tijd. Een andere, meer populaire, verklaring dat de Pieten zwart zijn, is het feit dat zij zich vaak in schoorstenen begeven en dat ze zich daarna niet schoonmaken.
In de kern is "Sinterklaas" een kinderfeest: kinderen krijgen cadeautjes en snoepgoed. Hun ouders en andere familieleden laten hen geloven dat Sinterklaas de goede gever is geweest. Als kinderen een bepaalde leeftijd hebben bereikt, wordt hen verteld dat Sinterklaas niet bestaat. Dan gaan ze zelf actief aan het spel meedoen. Daar hangt een waas van geheimzinnigheid omheen (kleintjes moeten in de 'waan' gelaten worden), met allerlei wonderlijke gebruiken en verhalen.
De naam "Goed-Heilig-Man":
Overigens, "goed-heilig-man" is een verbastering van "goed huwelijks-man". Ook vrijers konden op Sinterklaas rekenen.
Sinterklaas is in het bijzonder bekend als kindervriend, voortgekomen uit het samensmelten van twee middeleeuwse feesten. Op 28 december was men gewoon het feest van de Onnozele kinderen te vieren. In gezelschap van een kinderbisschop trokken kinderen dan in optocht langs de huizen om overal wat aalmoezen te vangen. Op 6 december gingen de scholieren eveneens de straat op in gezelschap van een gekozen bisschop, vaak gemaskerd en verkleed als duivels. Langzamerhand versmolten beide feesten tot een viering op 6 december. De kleding van Sinterklaas is ook grotendeels afkomstig van het bisschoppelijke gewaad van Sint Nicolaas. Het idee dat Sinterklaas uit Spanje komt (en niet uit Turkije), heeft te maken met de handelsschepen die in de zestiende eeuw uit Spanje naar Nederland kwamen en allerlei kostbare geschenken en lekkernijen meebrachten.
Het snoepgoed van Sint Nicolaas:
Marsepein:
Stamt uit de zeventiende eeuw. Sinterklaas was toen, behalve een gulle kindervriend ook "huwelijksmakelaar". De heilige Sint Nicolaas was de beschermheer van het huwelijk en het gezin. Rond 5 december konden jongens met een stuk marsepein een meisje hun liefde verklaren. Soms werd er geen marsepein gebruikt, maar speculaas. Het stuk koek dat een meisje dan kreeg, heette een 'speculaasvrijer'.
Pepernoten:
Het strooien van pepernoten verwijst naar vroegere vruchtbaarheidsriten die in de sinterklaastijd werden opgevoerd. Het is te vergelijken met het gooien van confetti of rijst bij een bruiloft.
Chocolademunten:
Eén van de bekendste legenden over Sinterklaas vertelt dat hij 's nachts stiekem beurzen met goudstukken naar binnen gooide. Dit om te voorkomen dat een vader zijn dochters de prostitutie instuurde om aan geld te komen voor een goede bruidsschat.
Chocoladeletters:
Deze werden ergens in de 19e eeuw geintroduceerd. Tot die tijd werden de letters gemaakt van brood of banket. Germaanse kinderen kregen een runeteken cadeau bij hun geboorte, een initiaal voor geluk. Ook deze traditie wordt gezien als voorloper van de chocoladeletter.
De traditie van eetbare letters van A tot Z zou teruggrijpen op het gebruik op middeleeuwse kloosterscholen om leerlingen te leren schrijven met behulp van losse letters van brooddeeg, die als beloning mochten worden opgegeten.
Sinterklaas anno 2003:
Tegenwoordig staat het Sinterklaasfeest onder druk. Speciaal de concurrentie van het kerstfeest is groot. Verder staat dit feest onder druk, omdat bepaalde minderheden Zwarte Piet linken aan racisme en aan het slavernijverleden.