Gebeurtenissen rond “Fratel Gino” in San Vittorino Romano (Italië)


"Ze hebben Mijn Zoon gedood"

Een nieuwe bedevaartsplaats is ongeveer 30 kilometer buiten Rome ontstaan, met name in het plaatsje San Vittorino Romano. Het ligt oostelijk van Rome aan de Via Tiburtina. De parochiekerk van dat plaatsje is toegewijd aan Onze Lieve Vrouw van Fatima. In 1964 werd daarheen overgeplaatst Broeder Gino van de Oblaten van de Heilige Maagd Maria, in de volksmond “Fratel Gino” geheten. Hij was toen 35 jaar oud en heet Luigi Burresi, geboren in Pieve di Gambassi (provincie Pisa).

Fratel Gino is de zoon van eenvoudige boerenmensen. Al vanaf zijn jeugd hielp hij zijn ouders vaak met het werk op het land. Toen hij vijf jaar was, gebeurde er al iets heel opmerkelijks. Midden tussen de velden in Pieve di Gambassi, waar zijn ouders toen woonden, was een klein kapelletje. Luigi ging daar vaak onder het werk even bidden met zijn moeder als zij op het land werkten en aan het einde van de dagtaak knielden zij altijd daar even neer. Op een goede dag zag hij daar onder het bidden een vrouw staan. Zij hield de handen voor haar gezicht en huilde. De kleine Luigi vroeg de vrouw, waarom zij zo bedroefd was en kreeg ten antwoord: “Ze hebben Mijn Zoon gedood.” “Wie dan wel?” vroeg Luigi, waarop de vrouw zei: “De: mensen hebben dat gedaan door hun zonden.” De Vrouw nam toen even Haar handen voor Haar gezicht weg en keek het jongetje aan. Zij was héél erg mooi. De jongen staarde haar enige ogenblikken aan en daarna was Zij ineens verdwenen. Luigi voelde toen een hevig verlangen in zich opkomen om deze Vrouw zijn leven lang te troosten en besloot later in het klooster te gaan. Deze gebeurtenis heeft Fratel Gino in 1971 pas onthuld, toen hij met een priester een bezoek bracht aan zijn ouders.

Na het doorlopen van de lagere school vertelde Luigi aan zijn ouders, dat hij zich in dienst van de Heer wilde stellen. De pastoor bracht hem in aanraking met de Congregatie van de Oblaten van de Heilige Maagd Maria en daar kwam hij op het seminarie. De ouders en de pastoor dachten toen nog, dat hij priester zou willen worden, maar na het kleinseminarie te hebben doorlopen, vertelde hij, broeder te willen worden, zoals de Heilige Franciscus van Assisi. Hij werd toen novice en deed na twee jaar zijn professie.

Fratel Gino kreeg zijn eerste standplaats op een pastorie in Pisa. Hij zorgde daar voor het schoonhouden van de kerk en gaf godsdienstonderricht aan de misdienaartjes. Na drie jaar werd hij overgeplaatst en kreeg hij als afscheidscadeautje van de misdienaars een beeldje van Onze Lieve Vrouw van Fatima, omdat hij met hen zo dikwijls over de Heilige Maagd Maria gesproken had. Zij vroegen hem, dit beeldje overal met zich mee te nemen, waar hij ook zou heengaan, als herinnering aan de tijd dat hij in Pisa geweest was. In die tijd had Fratel Gino wel een grote devotie tot de Heilige Maagd, maar die was heel algemeen van aard en hij wist weinig of niets van de gebeurtenissen in Fatima. Toen hij dat beeldje gekregen had, begon hij zich in deze materie wat te verdiepen en vanaf dat ogenblik werd het beeldje van Onze Lieve Vrouw van Fatima zijn onafscheidelijke reisgezellin.

Ondertussen ontpopte Fratel Gino zich als een man met een opmerkelijke goedheid. Hij werd in Rome te werk gesteld en viel daar al gauw op door de warme hartelijkheid, waarmee hij kennis nam van het leed en de ellende en zorgen van de mensen in zijn omgeving. Hij bracht iedereen die met zijn zorgen bij hem kwam naar zijn Mariabeeldje en zei dan: "Laten we samen bidden, want Zij kan wel helpen". Allen vinden op deze wijze troost en opbeuring en velen vinden aldus een oplossing voor de problemen, waar ze mee worstelden. Op die manier krijgt hij in Rome al gauw een grote bekendheid. -

Zijn eerste contact met het dorpje San Vittorino waar hij thans verblijft, dateert van 1958. Toen was een man uit dat dorp, Angelo Colista, uit het ziekenhuis in Rome ontslagen. Hij was ongeneeslijk verlamd en men verwachtte dat hij heel spoedig zou sterven. Angelo’s kinderen waren nog erg jong en zijn dood zou zeker de financiële ondergang van het gezin betekenen. Iedereen in de buurt had medelijden met het gezin en toen viel ineens de naam van Fratel Gino: “Waarom roepen jullie Fratel Gino er niet bij?” De pastoor informeerde, waar deze broeder te vinden was en de dag daarop stond Fratel Gino aan Angelo’s ziekbed. Angelo zei hem: "Ik hoef niet helemaal beter te worden en wil wel ziek blijven en mijn hele leven verder lijden, maar ik wil graag bij mijn kinderen blijven en hen helpen tot zij zichzelf kunnen redden". Fratel Gino en Angelo baden samen tot de Heilige Maagd en daarop zei de Broeder dat Angelo gerust kon zijn en dat zijn bede verhoord zou worden.

Zes jaar later, in 1964, werd Fratel Gino naar San Vittorino overgeplaatst en sindsdien leeft hij in dat dorpje in de kloostergemeenschap van de Oblaten van Maria. Hij houdt de kerk schoon, woont dagelijks de Heilige Mis bij; bidt veel en staat verder elke dag klaar om de mensen te helpen. Zijn Overste, Pater Carmino, vindt hem een diep godsdienstige man van gebed, een man van een opmerkelijke eenvoud. De Broeder is intussen wijd en zijd bekend geworden; niet alleen in Italië maar ook in het buitenland zijn er velen, die zijn hulp in hun nood al ingeroepen hebben.

Het is dan ook geen wonder, dat zich iedere dag honderden mensen verdringen bij enige barakken, waar Fratel Gino de mensen, ieder op hun beurt, ontvangt. Met hen woont hij ‘s morgens de Heilige Mis bij en later luistert hij naar hen. Hij geeft raad en steun in nood en draagt op de mensen het grote vertrouwen over, dat hij heeft op de tussenkomst van de Heilige Maagd Maria. Behalve nog dat velen met zijn grote geestelijke hulp belangrijke gebedsverhoringen om nog niet te spreken van wonderen, verkregen hebben op voorspraak van de Heilige Maagd Maria, gaat niemand bijna van hem weg, zonder een grote inwendige vrede te voelen.

Hoe deze wonderbaarlijke activiteit van Fratel Gino kan worden verstaan? Hij bidt veel voor zijn medemensen in nood en de genade die zij nodig hebben, worden door de Heilige Maagd Maria aan hen gegeven. Zij aanhoort zijn smeekbeden en aanvaardt zijn lijden, omdat via hém de verlangens en noden blijkbaar beter tot Haar kunnen doordringen omdat zij begeleid worden door het lijden van een van Haar trouwe kinderen.

Fratel Gino is groot van gestalte (ongeveer 1.90 lang) en heeft een erg ontsierd gezicht, dat grote blauwig-bruine vlekken vertoont. Vanaf 1964 draagt hij de stigmata. Hij organiseert de grootse Maria-processies voor de dorpelingen en bezoekers, die in de avond van de l2de van elke maand door het dorp en de omgeving gehouden worden en waarbij de beeltenis van Onze Lieve Vrouw van Fatima langs een bidweg van 3 â 4 km. wordt rondgedragen.

Het dorpskerkje is erg vervallen, maar op instigatie van Fratel Gino is men een bouwplan voor een nieuwe en grootse kerk ter ere van 0nze Lieve Vrouw van Fatima gaan uitvoeren. Het geld daarvoor stroomt toe. De kerk wordt gebouwd precies op de plaats waar de Heilige Maagd jaren geleden aan Fratel Gino in het dorp verschenen zou zijn. Bij die gelegenheid sprak Zij de woorden:

  • “Veel mensen zullen hier komen om zich te bekeren. Je zult veel lijden te verduren krijgen, maar Ik zal altijd dicht bij je zijn en Ik zal je iedere keer de oplossing aangeven in de moeilijkheden die je zult ontmoeten.”

De verhalen van wonderbare gebeurtenissen, genezingen en wonderen zijn inmiddels al zo talrijk geworden, dat men in de volksmond Fratel Gino (die dus geen priester is) al een “nieuwe Pater Pio” is gaan noemen. Hij heeft een onvoorstelbaar vertrouwen op de macht van de Heilige Maagd Maria en Zij bedient Zich blijkbaar op een zeer effectieve wijze van dit werktuig, een lekenbroeder, die zijn hele leven in dienst wilde stellen om de Vrouwe te troosten, die hij als jongetje van vijf jaar mocht aanschouwen en die hem verteld had, dat Zij zo bedroefd was, omdat de mensen door de zonden Haar Zoon gedood hadden.

Voorzover bekend, zijn deze verschijningen niet goedgekeurd door Rome.