Mirakel van Meerssen
Nederland, 1222-1465
Wat zijn eucharistische wonderen? Door de geschiedenis van de katholieke kerk heen heeft Jezus zonder enige twijfel bewezen dat Hij werkelijk aanwezig is in de heilige eucharistie. Waarom moest Hij ons dit bewijzen? Het is omdat er op bepaalde momenten in de geschiedenis ketterijen waren die de werkelijke aanwezigheid in het sacrament van de heilige eucharistie ontkenden.
In 1222 en 1465 vonden in Meerssen twee belangrijke eucharistische wonderen plaats. De eerste vond plaats tijdens de Heilige Mis, toen levend bloed van de grote Hostie druppelde. De tweede vond plaats in 1465.
Met de hulp van Gerberga van Saksen, echtgenote van de Franse koning Lodewijk IV van Outremer, werd de oude kapel halverwege de tiende eeuw vergroot en werd het een belangrijke kerk. In 1222 vond in deze kerk een belangrijk eucharistisch wonder plaats dat door de kerkelijke autoriteiten werd erkend. Tijdens de viering van de zondagsmis wijdde de priester de eucharistische soort en begon er levend bloed uit de grote menigte te druppelen, waardoor de korporaal van de mis werd bevlekt.
In 1465 brak een enorme brand uit en verwoestte de kerk, maar een boer slaagde erin het relikwie van de met bloed bevlekte gastheer te redden, die volledig ongedeerd bleef. De stadsmensen herinneren zich deze aflevering als het 'wonder van het vuur'. Ondanks de brand werd de kerk onmiddellijk herbouwd en in 1938 bouwde Pius XI haar op tot een kleine basiliek. Tegenwoordig is het nog steeds een belangrijk bedevaartsoord in Nederland, en het kostbare relikwie van het wonder wordt elk jaar in processie gedragen op het octaaf van Corpus Christi.