Heilige Lidwina van Schiedam

18 maart 1380 - 14 april 1433  

Feestdag: 14 juni 

Afbeelding: als heilige met een krans van rozen om het hoofd, een lelietak in de ene en een crucifix in de andere hand.

We gaan terug naar 1380, een roerige en naar onze ideeën primitieve tijd: de 100-jarige oorlog, Hoekse en Kabeljauwse twisten, 3 pausen tegelijk, waarvan niemand meer wist wie de echte was. Van alle Nederlandse heiligen is Liduina (Liedewij of Lidwina) van Schiedam de bekendste. Zij werd op 18 maart 1380 (Palmzondag) in Schiedam geboren uit arme ouders. In 1395 kwam zij bij het schaatsen op het ijs ten val. Dat was het begin van een ongeneeslijk en zeer pijnlijk ziekteproces. Zij at bijna niets en leefde nagenoeg alleen van de heilige communie die haar regelmatig door de kapelaan van de parochiekerk werd gebracht.

Lidwina was het vijfde kind van negen, het eerste en enige meisje in het gezin van haar vader Peter Janszoon en haar moeder Petronella.

Liduina was een mooi en innemend meisje, maar ze was zo godvruchtig dat ze iedere huwelijkskandidaat gedecideerd de deur wees. Dagelijks bad ze tot God: ze wilde haar leven alleen aan Hem geven. Haar vurige gebeden werden verhoord. Op 15-jarige leeftijd, in de strenge winter van 1394-1395, ging ze met enkele vriendinnetjes schaatsen op de dichtgevroren Maas bij haar woonplaats. Ze maakte een ongelukkige smak op het ijs, brak een rib en werd thuis op bed gelegd. Dat was het begin van een lijdensweg; ze zou het bed nooit meer verlaten. De gebroken rib veroorzaakte koudvuur waardoor ze verlamd raakte.In een kleinbehuisd gezin met negen kinderen krijgt een meisje, dat iets gebroken heeft niet alle aandacht. Zeker niet als haar vader nachtwaker is en overdag moet rusten.

Eerst at ze nog wel eens een stukje appel en een beetje brood. Ze dronk water uit de Maas en dat smaakte haar beter dan welke zoete wijn ook. Haar lievelingsmaal was de heilige hostie, mits die door een priester was geconsacreerd. Later nam ze helemaal geen voedsel of drank meer tot zich; alleen de heilige hostie. Ze raakte bedekt met gezwellen. Ze kon nauwelijks voedsel binnenhouden. Lopen ging niet en haar gehoor werd aangetast. Eerst verzette ze zich tegen haar ziekte, maar later kwam ze tot inkeer: dankzij haar lijden kon ze zielen uit het vagevuur verlossen. Te midden van haar vreselijk lijden was zij een voorbeeld van heldhaftig geduld en van uitzonderlijke liefde tot God en haar medemensen.

Dit lijden uitte zich ook in stigmata; dat zijn wonden op de plaatsen waar Jezus ze ook had. Die wonden zaten op haar handen en voeten, waar bij Jezus spijkers doorheen geslagen waren, in de zij, waar Romeinse soldaten een lanssteek hadden toegebracht en aan het hoofd, waar de doornenkroon gezeten had. Bij Liduina begonnen die wonden soms spontaan te bloeden en het bloed bleek geneeskrachtige werking te hebben. Van heinde en ver kwamen zieke mensen naar Schiedam om door Liduina genezen te worden.

Op het einde van haar leven zei ze: "Als ik door een Ave Maria weer gezond zou worden, ik zou het niet meer willen". Liduina’s vroomheid uitte zich in wonderen, visioenen en extase en ze gaf raad aan hen die dat bij haar zochten. Ondanks alles heeft zo nooit haar blijmoedigheid en Godsvertrouwen verloren. Ze kreeg veel bezoek van lijdende en droefgeestige mensen, maar die bezoekers kwamen steeds opgemonterd bij haar vandaan. Op haar uiterst smartelijk ziekbed was zijn tientallen jaren een toeverlaat voor mensen, die van heinde en verre naar haar toekwamen.

Na 38 jaar lang de vreselijkste kwalen en pijnen te hebben geleden, zonder dat er ook maar één onvertogen woord over haar lippen kwam, blies Liduina op 14 april 1433 haar laatste adem uit In Schiedam. Bij haar begrafenis stroomde een grote menigte van heinde en ver toe, want al tijdens haar leven hing er een geur van heiligheid om haar heen. In het jaar van haar overlijden werd boven haar graf al een kapel gebouwd. Als kind had Liduina een bijzondere devotie tot Maria van Schiedam.

Om Liduina officieel heilig te laten verklaren, werd haar levensverhaal binnen drie jaar na haar dood opgeschreven. Dat werd geen biografie in de moderne zin van het woord. Liduina werd beschouwd als een heilige en dus werd haar levensbeschrijving opgezet naar het model van andere heiligen. Vanaf haar geboorte tot haar dood laat God voortdurend wonderen plaats vinden om haar te eren.

Op 14 maart 1890 werd Liduina door Paus Leo XIII Heilig verklaard. Het beeld en de relieken van de heilige bevinden zich in de aan haar toegewijde kapel in de Sint Liduinastraat in Schiedam De heilige Liduinakerk is in 1990 door paus Johannes Paulus II tot basiliek verheven.

Uitleg over de naam Liduinakerk:

In 1859 werd aan de Nieuwe Haven in Schiedam de Onze Lieve Vrouw Visitatie-kerk in gebruik genomen. In de volksmond werd deze de Frankelandsekerk genoemd naar het gebied (West-Frankeland) waarin ze lag. In 1931 werd de kerk officieel toegewijd aan de Heilige Liduina en werd ze Liduinakerk genoemd. Deze kerk werd in 1969 gesloopt, waarna de verering van Sint Liduina overgebracht werd naar de Singelkerk die daardoor de naam R.K. Parochie van de Heilige Liduina en Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans kreeg. De R.K. Parochie van de Heilige Liduina en Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans (voorheen dus de Singelkerk) werd op 18 juni 1990 door paus Johannes Paulus II tot basiliek verheven en heette vanaf toen: Basiliek van de Heilige Liduina en Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans. In de volksmond wordt ze Liduina Basiliek genoemd.
Op 14 maart 1890 werd Liduina door Paus Leo XIII Heilig verklaard. Het beeld en de relieken van de heilige bevinden zich in de aan haar toegewijde kapel in de Sint Liduinastraat in Schiedam De heilige Liduinakerk is in 1990 door paus Johannes Paulus II tot basiliek verheven.
Na de sluiting van de Liduinakerk gingen de parochianen deels naar de Liduinakapel van Huize Frankeland of naar de Singelkerk.
Na 1987 (afbraak van de kapel van Huize Frankeland aan de Sint Liduinastraat) zijn alle devotionalia definitief overgebracht naar de Singel (Basiliek)
die kapel is er nu nog wel, maar in nieuwe vorm; toch zijn daar nu ook diverse Liduina Liduina-kunstwerken uit Schiedam ingepast zoals de o.a. gebrandschilderde raampjes van André Henderickx naar het incunabel van Johannes Brugman : Vita alme virginis Liduinae alsmede ook glas-in-lood panelen van Schmiermann en Blom.