De Zwarte Madonna van Kibeho, Rwanda
Ik ben de Moeder van het Woord
1981 - 1988
Historie:
Rwanda bestaat hoofdzakelijk uit twee stammen: de Hutu's en de Tutsi's. De twee bevolkingsgroepen werden sinds de Belgische koloniale tijd, vanaf 1916, als zodanig door de overheersers benoemd. Daarvoor zagen de Hutu’s en Tutsi’s, die qua taal en cultuur nauwelijks verschillen, elkaar niet als een andere bevolkingsgroep. De Belgen voorzagen de twee echter van een andere identiteitskaart en bevoorrechtten de Tutsi’s in het verkrijgen van betere banen en opleidingen. Dit zette kwaad bloed bij de Hutu’s en leidde meermalen tot opstanden. Op 6 april 1994 begon de meest wrede genocide die Afrika ooit heeft gekend met het neerhalen van het vliegtuig van president Juvénal Habyarimana. In amper honderd dagen werden tussen de 500.000 en de 800.000 Rwandezen vermoord, vooral Tutsi’s maar ook democratische Hutu’s.
De Verschijningen:
In 1981 was in Rwanda naar schatting 65% van de bevolking rooms-katholiek. In dat jaar begonnen in Kibeho de verschijningen van de Heilige Maagd Maria en haar waarschuwingen aan de wereld. Maria verscheen aan de zieners, nl. zes meisjes en een jongen, met een donkere huidskleur (De Zwarte Madonna van Rwanda) en moedigde aan tot gebed, vasten en boete. Volgens de zieners maakte de verschijning zich bekend als "Nyina wa Jambo", Moeder van het Woord. In tegenstelling tot andere verschijningen gaf Maria in Rwanda een ultimatum: Als de gelovigen dit niet zouden doen, zouden er onbeschrijfelijke bloedbaden plaats hebben. De aarde, waar zij verscheen, zou dertien jaar later rood kleuren van het bloed van zo`n 20.000 vluchtelingen die tevergeefs dachten bescherming te vinden op de plek waar zij in 1981 voor het eerst neerdaalde. Als gevolg van de verschijningen hebben er in het zuiden van Rwanda talrijke bekeringen en genezingen plaatsgevonden. Hierdoor kwamen er veel gebedsbijeenkomsten en bedevaarten op gang.
De jonge Zieners
Alphonsine Mumureke |
geboren in 1965 |
De Heilige Maagd Maria sprak met haar van 28 november 1981 tot 28 november 1988 |
Anthalie Mukamazimpaka |
geboren in 1965 |
Jezus en zijn moeder Maria spraken met haar van 12 januari 1982 tot 3 december 1983 |
Marie-Clare Mukangango |
geboren in 1961 |
De Heilige Maagd Maria sprak met haar van 2 maart 1982 tot 15 december 1982 |
Stephanie Mukamurenzi |
geboren in 1968 |
De Heilige Maagd Maria sprak met haar van 25 mei 1982 tot 15 december 1982 |
Emmanuel Segatashya |
geboren in 1967 |
Jezus en zijn moeder Maria spraken met hem van 2 juli 1982 tot 3 juli 1983 |
Agnes Kamagaju |
geboren in 1960 |
Jezus en zijn moeder Maria spraken met haar van 4 augustus 1982 tot 25 september 1983 |
Vestine Salina |
geboren in 1958 |
De Heilige Maagd Maria sprak met haar van 15 december 1982 tot 24 december 1983 |
Alphonsine Mumureke:
Zij werd geboren in een katholieke familie. Haar eerste verschijning vond plaats op zaterdagmiddag, 28 november 1981, 12.35 uur in de eetzaal van het schoolgebouw van de Zusters Benebikira. Plots hoort ze een stem die zegt: "Mijn kind". Zonder er bij na te denken zegt ze: "Hier ben ik". Als gedreven door een onzichtbare hand verlaat Alphonsine de zaal. Voor haar ziet ze een prachtige vrouw van ongeveer 25 jaar oud, die licht uitstraalt. Zij was blootsvoets, droeg een hemelsmooie witte jurk met een sluier. Alphonsine viel aan haar knieën: "Wie bent U?" De verschijning antwoordde: "Ik ben de Moeder van het Woord." De Heilige Maagd vroeg haar: "Wat trekt je het meeste aan in de godsdienst?" Alphonsine antwoordde: "Ik hou van God en diens Moeder, die ons het Kind schonken, dat ons allen redding bracht". Maria antwoordde: "Als dit waar is, kan ik je geruststellen, want je gebeden zijn tot Mij gekomen. Ik zou het verrukkelijk vinden, wanneer je vriendinnen hetzelfde geloof hadden als jij. Maar hun geloof is niet groot genoeg". Alphonsine herkent nu de Heilige Maagd. Zij zegt: "Moeder van de Heiland, als U komt zeggen, dat het geloof in onze school niet groot genoeg is, dan is daar maar één uitleg voor: U houdt van ons. Mijn geluk kan niet op als ik er aan denk, dat U zich aan mij toont ....." Daarop verdwijnt Maria met een glimlach op Haar lippen, die doet denken aan Haar Tenhemelopneming. Later vertelden leerlingen aan Alphonsine, dat zij tijdens haar extase verschillende talen had gesproken, waaronder sommige, die zij echt niet kende. Hoewel haar metgezellinnen haar uitlachten en beschuldigden van aanstellerij, is zij nooit op haar verklaringen teruggekomen. Meer dan dertig keer is de Heilige Maagd aan haar verschenen. Dit wekte allemaal afgunst en uiteindelijk werd de roep steeds luider: "Als het waar is wat je vertelt, laat de Heilige Maagd, dan ook maar eens aan anderen verschijnen". Het antwoord van Maria kwam op 12 januari 1982.
Anathalie Mukamazimpaka:
Op 12 januari 1982 verscheen Maria aan Anthalie Mukamazimpaka. De verschijningen namen toe de boodschappen werden steeds indringender. Maria toonde niet alleen de verschrikkingen die Jezus had moeten doorstaan om de mensheid te redden, maar ook daarna het enorme leed om zo weinig begrip. Het leed, dat zij zag was zo groot, dat het haar helemaal overstelpte en haar vaak deed huilen. Maria vroeg haar te bidden en zelf het lijden te verdragen, om zo de verlossing van de mensheid af te dwingen. En hoewel het meisje vaak heeft gezegd, dat ze daar de kracht niet toe had, heeft ze deze zending zonder meer aanvaard.
Marie-Claire Mukangango:
Op 2 maart 1982 gebeurde datgene, wat niemand verwachtte. Marie-Claire heeft nooit ook maar iets geloofd van de verschijningen aan Alphonsine en Anathalie. Maar ook aan haar verschijnt Maria. Uitgerekend aan dit wispelturige meisje vraagt Maria om het "Rozenhoedje van de Zeven Smarten" in ere te herstellen.Deze vorm van deelname aan het lijden van Maria was helemaal in onbruik geraakt, maar ligt in de lijn van de boodschappen van Maria te Kibeho. Deze verschijningen duurden zes maanden, tot 15 september 1982.
Eén van de opvallendste elementen van de verschijningen is het visioen op 15 augustus 1982. Maria toonde zich somber en verdrietig. Omstanders zagen de kinderen klappertanden, huilen, beven en soms op de grond vallen. De kinderen zagen vreselijke dingen: "een rivier van bloed, mensen die elkaar vermoorden, dode lichamen zonder iemand die ze begraaft, brandende bomen, een open afgrond, een monster en afgehakte hoofden, een totale chaos". Zonder het op dat moment te beseffen, zagen de zieners de verschrikkelijke massamoord in Kibeho dertien jaar later. Ook de 25.000 aanwezigen, die het hele tafereel meemaakten, sidderden van angst.
Maria zou verder verschenen zijn aan Stephanie Mukamwanzi, Emmanuel Segatashya, Agnes Kamagaju en Vestine Salina. Omdat deze niet erkend zijn, worden ze hier verder buiten beschouwing gelaten. Tijdens Haar verschijningen benadrukt Maria meermalen, dat het sacrament van de biecht in ere moet worden hersteld.
Gezegende Regenbuien:
Op 31 mei 1983 vroeg Anathalie tijdens de verschijning om een onuitputtelijke bron met gezegend water, niet voor haar zelf maar voor de gehele wereld. Maria zei, dat ze water zou krijgen, maar niet uit een bron. Plots begon het te regenen over Kibeho; "net een sproeier", zei een getuige. Velen, waaronder zieken, verklaarden dat de regen een zegen voor hen was. Hun pijnen werden draaglijker en een wonderbare kracht vervulde hen. Alphonsine was zelfs niet eens nat. Maria zei, dat de putten, die zich in de omgeving van de slaapzaal bevonden, gevuld zouden zijn met gezegend water en de rest met gewoon drinkwater.
Tekenen aan de Zon:
Ook de zon speelde een rol in Kibeho op 6 november 1982. Het was 17.50 uur; men zag de zon, die in het begin blauwachtig was. Vervolgens werden de randen wit en schitterend; het midden rood. In het midden van de zon was ook een kring te zien. Toen begon de zon te dansen, van links naar rechts, van boven naar beneden en dat gedurende 10 minuten. Verscheidene priesters van het Grootseminarie waren hiervan getuige.
In april 1982 werden er echter op verzoek van de bisschop twee commissies ingesteld: één van artsen en één van theologen. In 1988 werd de verering ook daadwerkelijk toegestaan. Wel wordt er in het rapport benadrukt, dat enkel en alleen het getuigenis van de drie zieners, die van bij het begin getuige waren van de verschijning, als authentiek kan aanvaard worden. Volgens het rapport beantwoorden die drie zieners – Alphonsine, Anathalie en Marie-Claire – aan alle kerkelijke criteria. Tegelijkertijd werd in Rome bekendgemaakt dat men de verschijningen vanaf juli 1982 - die worden toegeschreven aan Jezus - niet in rekening wil nemen en dat hun authenticiteit dus niet wordt erkend. Dat is wel het geval voor de drie eerste verschijningen van Maria, omdat er geen enkel doorslaggevend argument is om ze te ontkennen en de argumenten voor hun bovennatuurlijk karakter bijzonder ernstig lijken.
Al in 1982, een jaar na de eerste verschijning, keurde de toenmalige bisschop Jean Baptiste Gahamanyi devotie tot de verschijning in de préfecture Gikongoro in zuidwest Rwanda goed. Augustin Misago, de bisschop van Gikongoro verklaarde: "Er zijn meer redenen om het te geloven dan te ontkennen". Op 14 april 1999 werd bisschop Augustin Misago gearresteerd, nadat oud-president Pasteur Bizimungu hem openlijk beschuldigd had van deelname aan de genocide. Misago is de hoogstgeplaatste katholieke geestelijke, die in verband met de genocide is gearresteerd in Rwanda (ten minste drie priesters zijn al ter dood veroordeeld). Zijn proces begon in augustus. Op 9 mei 2000 werd de doodstraf geëist; op 15 juni 2000 werd bisschop Misago vervolgens vrijgesproken. Het proces tegen een zo hooggeplaatste geestelijke als Misago werd door sommigen gezien als een proces tegen de rooms-katholieke kerk. Men vreesde dat het proces het politieke doel heeft de kerk als instituut in diskrediet te brengen. Het Vaticaan heeft zich diep verontwaardigd getoond over de arrestatie. Het ontkent dat de kerk als instituut schuld heeft aan de genocide en stelt dat slechts individuele leden van de kerk schuld kunnen hebben. Mgr. Augustin Misago (1943), bisschop van Gikongoro, heeft tijdens een plechtige viering van alle Rwandese bisschoppen op vrijdag 1 juni 2001 in Rome dan eindelijk verklaard dat Maria daadwerkelijk verschenen is in Kibeho, Rwanda.