De Wenende Madonna van Ica (Peru)
Het Spaanse tijdschrift "Maria Mensajera" (Uitgave van de Editorial Circulo in Zaragoza) gaf in de aflevering 16 van 15 september 1972 de navolgende bijzonderheden over een beeld van de Heilige Maagd Maria, dat in Ica (Peru) tranen vergoot. Aan het relaas, geschreven door de heer Fr. Bonifacio Olmos O.F.M., ontlenen wij de navolgende bijzonderheden:
Het gebeurde op 5 juli 1971, toen een meisje, Maria Helena Apacana 's middags om half vier de kapel betrad van de Sint Jan de Deo in Ica. Zij kwam de kleding schoonmaken van het beeld van Onze Lieve Vrouw van de Carmel, dat zich daar in de belangrijkste nis van het hoofdaltaar bevindt. Daartoe klom zij achter het altaar naar het kleine vertrekje, vanwaar zij het beeld kon bereiken en dat zij wilde versieren bij het begin van de Novene (gaat vaak gepaard met processies).
Nadat zij de sluier van het beeld had verwijderd om die van stof te ontdoen, keek zij van links naar het gezicht van het beeld. Eerst stond zij stomverbaasd en vervolgens raakte zij diep ontroerd, want uit beide ogen van het beeld stroomden de tranen volop. Zij keek vervolgens nog enkele malen heel goed om iedere twijfel uit te sluiten en de werkelijkheid goed in zich op te nemen. Inderdaad, de ogen van het beeld waren vochtig en het gezicht had een kleur, alsof het zweette. Overtuigd van de echtheid van dit alles, werd zij plotseling hevig ontroerd en begon zij zelf te huilen, terwijl zij het beeld van de Heilige Maagd, dat van natuurlijke grootte is, omhelsde.
Doordat, als gevolg van het gebeurde, het l7-jarige meisje langer wegbleef dan verwacht, riep Zuster Augustina, een Franciscanes die opdat ogenblik in de sacristie was, het meisje en vroeg haar om de witte sluier en of het werk goed verliep. Als antwoord vertelde het meisje wat ze had beleefd, maar de zuster wilde het niet geloven. Zij was er echter toch niet helemaal gerust op, ging ook naar het vertrekje en ging naast het beeld staan. Toen zij ook zag, dat er echt tranen te voorschijn kwamen uit het beeld, nam zij een doekje en reinigde zij met grote eerbied het gezicht van Onze Lieve Vrouw. Met haar vinger en tong probeerde zij ook, of het vocht naar tranen smaakte. Daardoor werd zij helemaal van de echtheid overtuigd. Ook Zuster Augustina werd daarop heel erg ontroerd en begon als een kind te huilen, omdat ze de gevoelens, die in haar hart omgingen, niet onder bedwang kon krijgen. Zo bleven zij beiden een poosje staan huilen terwijl zij elkaar aankeken en dachten aan wat zij hadden gezien. Ze hadden nog nooit in hun leven zoiets meegemaakt!
Omdat het meisje Maria Helena en zuster Augustina bij het beeld bleven en het zeldzame verschijnse1 bleven aanschouwen en zij veel langer boven bleven dan nodig was, begon zuster Johanna, die toevallig door de kapel liep, te kijken wat er aan de hand was, want ze vermoedde wel iets omdat die twee daar boven zo baden en erg stil waren. Toen ze haar echter vertelden wat eraan de hand was, wilde ook deze nieuwe getuige het niet geloven. Zij zeiden haar daarop, dat ze dan maar zelf boven moest gaan kijken en daarop ging zij, meer uit vrouwelijke nieuwsgierigheid dan uit eerbied, naar boven. Ook zij betrad vervolgens het vertrekje van waaruit men bij het beeld kon komen. Ook zij zag vervolgens de tranen uit het beeld komen, begon zelf ook te huilen en vroeg vergiffenis voor haar ongeloof.
Terwijl het verhaal over deze gebeurtenis door het klooster van de Franciscanessen ging, kwam ook Moeder Overste, zuster Ursula, en men stelde haar nauwkeurig van al het gebeurde op de hoogte. Toen zij dit vreemde verhaal hoorde, begon zij te twijfelen en wees het gebeurde af als zonderling en ongeloofwaardig. Desondanks klom ook zij omhoog naar het vertrekje, nam de echtheid van het verschijnsel waar en kwam tot de overtuiging, dat ze niets hadden overdreven. Hoewel zij zelf ook ontroerd raakte, behield zij toch haar kalmte. Zij liet wat watten brengen en ving met grote tederheid, geloof en eerbied de tranen op, in de overtuiging dat die nog wel eens te pas zouden komen. Zij bewaart deze watten nu als een relikwie.
Het relaas van het gebeurde ging verder rond bij de huisgenoten en daarna verspreidde het zich door de hele stad Ica als een lopend vuurtje. Nog dezelfde dag hoorde ook de bisschop wat er gebeurd was. Hij voelde wel, dat er iets bijzonders aan de hand was, onderzocht het geval en beloofde, de novene ter ere van Onze Lieve Vrouw van de Carmel, die plechtig zou worden gevierd, bij te wonen en de Mariaverering zoveel mogelijk te bevorderen.
Er zijn veel mensen geweest, die de gebeurtenis van nabij hebben willen bestuderen en daartoe brachten zij een bezoek aan het eerbiedwaardige en antieke beeld dat 1.77 m. hoog is. De Heilige Maagd houdt hier het Kind Jezus op Haar linkerarm met het heilig Scapulier.
De schrijver van het artikel, Fr. Bonifacio Olmos O.P.M. besluit zijn artikel aldus: "Ik houd vol dat degenen, die zich op hysterie beroepen om de echtheid van het verschijnsel te ontkennen, zichzelf belachelijk maken. De werkelijkheid is, dat de Heilige Maagd huilt. Het beste kan men zich afvragen, waarom de Heilige Maagd huilt.
Op 15 augustus 1971 zei de Heilige Maagd tegen een kloosterzuster in Mexico die erg veel bidt: “Ik huil omdat Mijn kinderen zich niet laten redden...” In Portugal vroeg een andere begenadigde ziel aan de Heilige Maagd waarom Zij huilde en kreeg als antwoord: “Ik huil, omdat men geen aandacht schenkt aan de Heilige Eucharistie en omdat de duivel in uw midden is en u in verwarring brengt. Pas op voor hem, want hij vermomt zich en bedriegt u. Bid de Rozenkrans en dan laat hij u met rust...”
Deze aanhalingen kunnen gemakkelijk vermeerderd worden en in Peru vraagt men zich af: "Moet men niet aannemen, dat de tranen van de Heilige Maagd van de Carmel van Ica van grote betekenis zijn in deze wereld, die in zoveel opzichten in een chaotische toestand verkeert en vol is van morele ondergang?"
Voetnoot: Voorzover ik kan nagaan, is het verhaal van De Wenende Madonna van Ica (Peru) niet goedgkeurd door Rome.
L. de Bondt
Nog meer Tranenwonderen
Syracuse (Sicilië), Italië 1953
Deze verschijningen zijn officieel erkend door Rome.
Porziano, Italië (bij Assisi):
Een beeld van Onze Lieve Vrouw van Fatima, onder de hoede van een tweetal lekenbroeders, zou tranen hebben vergoten in november 1971.
Lendinara (Rovigo), Italië:
In mei 1972 vergoot een beeld van Onze Lieve Vrouw van Smarten in het heiligdom van de Zwarte Madonna van Pilastrello, tranen. De gebeurtenis werd eerst waargenomen door een Pater Olivetaan, pater Ildefonso. Een verdere getuige is een vrouw, Natale Pinco genaamd, die met de huishouding in het klooster belast is.
Ravenna, Italië:
Volgens het Italiaanse dagblad La Stampa van 13 september 1972 heeft een beeld van de Heilige Maagd in een zijkapel van de enkele jaren geleden gebouwde kerk van de Heilige Petrus Damianus tranen vergoten. Op 12 september 's morgens waren twee kinderen voor het Mariabeeld aan het bidden, toen zij ineens zagen, dat het gezicht van het beeld nat was. Druppels van een heldere vloeistof liepen langs de wangen van het beeld en kwamen bij de kin samen. Een van de kinderen riep: “De Madonna huilt” en daardoor werden ook anderen op het gebeuren opmerkzaam gemaakt. Enige vrouwen kwamen kijken en liepen daarop het kerkplein op om voorbijgangers het nieuws van het wonder mee te delen. Kort daarop was een groot aantal mensen in de kerk bijeen en velen konden met hun eigen ogen waarnemen, dat het gezicht van de Heilige Maagd echt nat was. De Franciscanen-Minderbroeders, die deze kerk bedienen, hebben de beide kinderen ondervraagd die als eersten de tranen hebben waargenomen, maar ze willen hun namen niet bekendmaken om te voorkomen dat ze aan de nieuwsgierigheid van de mensen worden blootgesteld. Eén van de kinderen zou hebben verklaard: “Ik vroeg me af, waarom de Heilige Maagd wel mocht huilen en toen hoorde ik een stem in mijn binnenste die zei: “Ik huil omdat de mensen slecht zijn.”