Het Wonder van Empel
Het wonder van Empel of de Slag bij Empel vond plaats in 1585 tijdens de 80-jarige oorlog tussen Nederland en Spanje, waarbij 4.000 Spaanse soldaten ontsnapten aan vernietiging door Staatse troepen in de in het Brabantse plaatsje Empel.
Op dat moment was het Brabantse plaatsje Empel bezet door Spaanse troepen, die omsingeld waren door Hollandse schepen op de rivier de Maas. De situatie leek hopeloos voor de Spanjaarden, die als ratten in de val zaten. De schutters op de schepen vuurden van 4 tot 7 december voortdurend op de Spaanse stellingen.
Vluchten was onmogelijk, omdat ze geen eten, brandstof of beschutting hadden. Daarom begonnen ze rondom een vervallen kerk loopgraven aan te leggen. Bij het graven stuitte een Spaanse soldaat op een schilderij van de Onbevlekte Ontvangenis. De Spanjaarden plaatsten het schilderij in de kerk en begonnen tot Maria te bidden.
De volgende dag, 8 december, de feestdag van de Onbevlekte Ontvangenis, gebeurde er een wonder. Het begon het te vriezen en daardoor moest de Staatse vloot de ondergelopen polder uitvluchten richting de Maas. De Spanjaarden maakten van de kans gebruik om een veilig heenkomen te zoeken in het Spaansgezinde Den Bosch.
Het Wonder van Empel. Dat brengt elk jaar nog honderden Spanjaarden naar Brabant. Ook dit jaar (2024) is de voertaal weer even Spaans in Empel aan de Maas tijdens "El Milagro de Empel". De emoties waren van de gezichten af te lezen. Iets minder dan driehonderd veelal diepgelovige Spaanse militairen met hun gezinnen hebben de zeventiende editie van de herdenking van Het Wonder van Empel bijgewoond. De Spanjaarden waren bij de verschillende onderdelen sterk in de meerderheid. Bij het gros van de Empelse bevolking leeft deze herdenkingtotaal niet.