Heroldsbach (Duitsland)
1949 - 1952
De verschijningen in Heroldsbach (Bondsrepubliek Duitsland) vonden plaats tussen 9 oktober 1949 en 31 oktober 1952. Zeven meisjes en een jongedame behoorden tot de 'uitverkorenen': Maria Heilmann, Gretel Gügel, Kuni Schleicher, Erika Müller, (en vanaf 11 oktober 1949) Antonie Saam en Irma Mehl, (en vanaf een paar dagen later) Rosa Bradl, en Hildegarde Lang. Hildegarde is 19 jaar, de anderen 10 of 11 jaar.
De 7 zieners van Heroldsbach
Deze verschijningen kenmerken zich door een grote intimiteit; de kinderen omhelzen de H. Maagd, mogen haar kleed, handen, haren en kroon aanraken en krijgen het kindje Jezus in hun armen. Van één van hun begeleiders moeten zij vragen, waarom dit gebeurt. De H. Maagd antwoordt: 'Jullie moeten het kindje Jezus, de Moeder Gods en ook de heiligen altijd vast in de ogen kijken, opdat je geen vreugde zoudt hebben aan onkuise blikken ... eenmaal komt alles aan het licht, de goede en het kwade. Jullie mogen hen aanraken, opdat jullie handen geen onkuisheid zouden doen!" Prof. Walz, die de kinderen steeds terplaatse volgde en alles heeft opgeschreven tot 4 juli 1951, de dag waarop hem door zijn Bisschop verboden werd nog langer de Berg op te gaan, schrijft n.a.v. dit antwoord: "Wij knielden enkele ogenblikken diep ontsteld op de grond, want hieruit blijkt, dat Heroldsbach steeds meer een boodschap is tot een rein en kuis leven.
Bij de eerste verschijning zien de kinderen drie letters in een groene schijn: J S H. Kort daarop zien zij een witte gestalte boven het bos en de kleine Maria Heilmann zegt: "De Moeder Gods"; de anderen denken dit in hun hart. Ook de volgende dag zien ze Haar weer en de derde dag heeft Zij een klein kindje in de armen. Voor de pastoor, die door de kinderen goed op de hoogte wordt gehouden, is dit het teken van echtheid, want de kinderen konden niet weten, dat de kerk die dag het Moederschap van Maria vierde. Ook aan deze pastoor Gailor wordt het op een gegeven moment verboden, nog langer de Berg op te gaan en tenslotte wordt hij in een andere parochie geplaatst. Voor zijn dood sprak hij de woorden: "Zou ik niet aan het Biechtgeheim gebonden zijn, dan zou Heroldsbach reeds lang erkend zijn". Het nieuws van de verschijningen trok in dit "Muttergottesland" dat Beieren is, zeer vele gelovigen.
Op 25 oktober vraagt de H. Maagd een middelgrote kapel, die "Moeder Gods-Kapel" genoemd moet worden. Op 31 oktober beloofde Zij het volgend jaar oktober terug te komen. De Mensen echter blijven dag en nacht op de Berg bidden. Op 8 december komt voor deze grote trouw en volharding, de beloning nl.: "Het Grote Zonnewonder".
Die dag had men met grote moeite de processie ingezet, omdat de mensen teveel moesten letten op modder en plassen. Het was een heel donkere dag. Plotseling brak het wolkendek open en de zon kwam langzaam en rustig naar voren, het werd zeer warm. Opeens waren de mensen in een hel licht gehuld en keken verrast omhoog. Vanuit de zon gingen gouden stralen naar alle kanten, ze was als een monstrans. De stralen werden alsmaar groter, dan ging de zon draaien, eerst naar rechts, dan naar links en in een steeds sneller tempo. Er kwamen prachtige stralen uit, een nooit geziene kleurenpracht werkte lieflijk op de menigte en op het landschap. Men huilde, trachtte te bidden en er werd geroepen: "Dit is het teken! God zij dank! Nu moet iedereen geloven!" De kinderen zagen de Moeder Gods met het kindje Jezus; ook sommige volwassenen zagen de Moeder Gods en vielen biddend op de knieën. Voor de anderen ging het overheerlijke kleurenspel verder. Honderden en honderden mensen maakten verschillende waarnemingen in de zon, zoals de letters: A M en tekens. Dan trad er een nieuwe fase in en alles kwam in een rode gloed; de zon zag eruit alsof ze elk moment kon ontploffen. Ze vibreerde, wentelde en wankelde; men zag er een stroom van springbronnen uitkomen. Verschrikte kreten werden gehoord. De zon maakte zich los van het firmament en kwam met een ongelooflijke snelheid op de menigte toe. Men vreesde een natuurramp. De mensen schreeuwden van angst: "Moeder Gods help ons". Velen dachten dat dit het einde van de wereld was. Dan bleef de zon op ± 50 meter afstand staan. De mensen werden stiller. Men kon in de zon kijken, die een grote diepe trechter vertoonde, waarin men kon kijken. In deze wonderbare diepte was alles hel en klaar, mooier dan de schoonste azuurblauwe hemel; alleen de rand was nog rood.
Veel volwassenen en kinderen zagen opnieuw de Hemelse Koningin met een krans van sterren getooid. Eindelijk snelde de zon weer omhoog en nam haar normale plaats aan de hemel weer in. De mensen stonden op, omhelsden elkaar en wensten elkaar geluk met deze grote belevenis. Allen geloofden nu in de verschijningen en langzaam keerde de rust weer. Maar dan klonk opnieuw een kreet: "de zon! de zon!" En het zonnewonder herhaalde zich, precies zoals de eerste keer. men was nu minder angstig. Daarna zag men boven het berkenbos nog een heldere wandelende ster en later nog een kleine wonderbare gouden ster, die recht op de zon afging. Het lied: "Grote God wij loven U" werd ingezet en met ontroering en vurige overtuiging gezongen. Tot Gretel en Erika zei de Moeder Gods: "Dit heb Ik gedaan, omdat er nog zoveel ongelovigen onder de mensen zijn". En tot Antonie; "Het verheugt Mij, dat de mensen hier elke dag komen om de Rozenkrans te bidden. Ze moeten ermee doorgaan, want het is nog niet genoeg!"
Op 2 februari 1950 waren er naar schatting 70.000 mensen. Die dag draaide de zon ook even en de mensen verwachtten een herhaling van het zonnewonder. Maar de zon verwisselde alleen driemaal van kleur: groen, blauw en rood. Er kwam een lichtkogel van het berkenbos naar de Berg. Daarna stegen vanaf de plaats der verschijningen goudgele kogels loodrecht ten hemel, die door alle aanwezigen werden gezien. En plots realiseerden zij zich, dat zij allen in een bovenmatig hel licht gehuld waren. Dit kwam vanaf de grond, een heerlijk schone gouden glans, zo sterk en dicht, dat zij nog nauwelijks hun voeten konden zien. Heel de heilige Berg was een grote reuzezon geworden.
Als op die dag de avond valt en de bezoekers zijn weggetrokken, zijn er nog een paar honderd biddende pelgrims aanwezig en ook Antonie, Gretel, Kuni en Erika, die teruggekomen zijn. Dan verschijnt de Moeder Gods opnieuw en met de kinderen dicht om Zich heen, zegt Zij zeer bezorgd: "ALS DE MENSEN MIJN WENS NIET VERVULLEN, ZAL ER VEEL BLOED VLOEIEN". Antonie vraagt: "Wat bedoelt u daarmee lieve Moeder Gods?" Zij antwoord: "DE RUSSEN ZULLEN KOMEN EN U VERSLAAN". De kinderen roepen verschrikt: "Lieve Moeder Gods, wendt dat vreselijke toch van ons af!" En dan antwoordt Maria: "DAT KUNT GE ZELF DOOR UW GEBED". Dan vragen zij: "moeten wij dit de mensen zeggen?" Kort en beslist is Haar antwoord: "JA!" Hierna heerst er grote verslagenheid onder de aanwezigen. De H. Maagd wacht ruim een kwartier, zodat allen zich enigszins van hun verslagenheid hebben hersteld. Dan vraagt Zij, dat de mensen de "blijde" rozenkrans moeten bidden. En er wordt gebeden! Men begrijpt zo goed de woorden, die zojuist zijn gezegd: "DAT KUNT GE ZELF DOOR UW GEBED". En wat gebed is, werd op deze middag zo rijk geïllustreerd door de goudglazende kogels, die ten hemel stegen en de aarde zelf omvormde tot een plaats van zuiver goddelijk licht.
Op 6 februari 1950 neemt de H. Maagd de rozenkrans van een van de kinderen, wikkelt die om Haar eigen handen en heft zo Haar handen biddend omhoog. De aanwezigen zien de rozenkrans in de lucht zweven. Ook te Heroldsbach spoort de H. maagd herhaaldelijk aan tot het rozenkransgebed.
Op 8 februari 1950 voert Zij de kinderen behoedzaam naar het vreselijk visioen van de hel. Nadat Zij de rozenkransen gezegend heeft, Zichzelf door de kinderen heeft laten aanraken, de kinderen speciaal gezegend heeft en het visioen tweemaal heeft aangekondigd, draait Zij zich om en spreidt de armen uit, als om de kinderen te beschermen. De kinderen zien dan een grote vlammenzee boven het berkenbos, waarin duivels machtige sprongen maken. Andere duivels suizen door de vlammenzee. Zij zien ook mensen met gezichten van dieren in de vlammenzee rondwentelen. De kinderen zijn met ontzetting geslagen. Maria Heilmann draaide zich om en riep: "dat kan ik niet langer aanzien". Gretel smeekte: "Lieve Moeder Gods, doe dat weg, ik kan het niet meer aanzien!" De anderen zagen het ongeveer een minuut. Toen strekte de H. Maagd de handen uit en verdween het vuur. Tot de kinderen sprak Zij ernstig: "Laat u nooit verleiden door de boze vijand".
Op 9 februari 1950 mogen de kindeen een blik in de hemel werpen. Ook dit kondigt de H. Maagd verschillende keren aan. Kuni zegt dan: "ik ben blij, dat ik in de hemel mag kijken!"De H. maagd antwoordt: "In de hemel is het veel mooier dan op aarde!" Terwijl de litanie van de H. maagd wordt gebeden, schuiven de wolken uiteen en zien de kinderen de hemel opengaan. De kinderen zien een troon, de Moeder Gods gaat daarop zitten naast de Allerheiligste Drieëenheid en heeft een scepter in de hand. De kinderen zijn vol verbazing en verrukking. Jezus staat op en gaat aan Maria voorbij. De H. Maagd geeft de zegen. kijkt naar beneden en zegt: "Geloofd zij Jezus Christus". Het visoen verdwijnt. Op 22, 23 en 24 februari 1950 bidden de kinderen verschillende uren op de H. Berg, maar er gebeurt niets. Zij gaan wenend naar huis.
Op 24 februari 1950 komt het verbod van de Bisschop voor alle priesters om op deze plaats godsdienstoefeningen te leiden. De lijdenstijd breekt aan. Het biddende volk verlangt naar de priesters. Zij worden zich dit verlies diep bewust, worden vurige bezoekers van de H. Mis en ontvangen dagelijks de H. Communie.
Op 25 februari 1950 begint dan een reeks eucharistische visoenen zonder weerga. Vanaf deze dag ontvangen zij vele malen de mystieke communie, uit de hand van de "Kelk-Engel". De aanwezigen zien niets, maar getuigden dat de kinderen in deze ogenblikken zelf als engelen schenen te zijn.
Op 15 en 16 mei 1950 heeft het RUSSENVISOEN plaats. De kinderen zien boven het berkenbos een oorlogstafereel, waarbij vele soldaten bloedend neervallen. De strijd komt dichterbij en nadert een dorp. De kinderen herkennen hierin met ontzetting hun eigen dorp Heroldsbach. Maar over het dorp verschijnt plots de Moeder Gods en hult het helemaal in Haar mantel. Maria zegt: "Zo zal het er eens bij jullie uitzien". Ook zegt Zij: "Mensen, mensen, bid toch!" De volgende dag zien zij hoe sommige soldaten in waterplassen staan, die zich rood kleuren. Ook nu gaan zij hún dorp binnen, sleuren mannen, vrouwen en kinderen uit de huizen en steken ze onbarmhartig neer. Later zien zij nog de kerk en de huizen brandend ineenstorten. Hier toont de Moeder Gods, waarvoor Zij in Fatima heeft gewaarschuwd. Met betrekking tot dit grote gevaar leerde de H. Maagd te Heroldsbach het volgende gebedje:
"O MARIA, LAAT ONS ONDER UW MANTEL STAAN, HIJ IS ONS HUIS, DAAR KUNNEN WIJ NIET TEN GRONDE GAAN!"
Op 17 mei 1950 zegt het Kindje Jezus in de avond nog: "...draag kruisjes en medailles, ook als de Russen komen. Als jullie de pantsers van ver hoort, verstop u! ALS U NIET VURIG BIDT, ZULLEN DE RUSSEN KOMEN EN U VERSLAAN".
Hiermee bevestigt Hij de boodschap van Zijn Moeder en dat wij door het gebed groot onheil kunnen voorkomen. Oostenrijk is daarvan een voorbeeld. Hoe verrassend vlug trokken de Russen daar terug! Men had daar een rozenkransfront gebouwd van meer dan een half miljoen biddende mensen. Duitsland heeft gejammerd: "Waarom krijgen wij het vertrek van de Russen niet klaar?" Maar ...de wereld wordt niet gered door conferenties, maar door miljoenen rozenkransen. Dit zei de Bisschop van New York enkele jaren geleden.
Dokter heil, aan wie de kinderen gevraagd hadden: "Een boetegordel, wat is dat? " In de vastentijd van 1950 hebben de kinderen nl. veel boetewerken moeten verrichten, zoals het wekenlange graafwerk, eerst met de handen, daarna met lepels. Daar tussendoor moesten zij een lange weg over de Heilige Berg op de knieën afleggen. De knieën waren vreselijk gewond, maar de volgende dag volkomen genezen. Deze dokter Heil had de meisjes de rozenkrans van de H. Wonden geleerd (in 1866 aan Zr. Martha Chambon door Jezus Zelf geopenbaard). Tijdens het bidden van deze rozenkrans zagen zij op 2 oktober 1951 het visoen van de lijdende Heiland. Boven het berkenbos zweefde in een onmetelijk grote lichtstraal het Kruis. Jezus' lichaam was geheel met wonden bedekt. De doornenekroon lag diep ingedrukt en een doorn doorstak Zijn rechterooglid. Uit de bloedende zij-wonde kwam een straal van licht. Twee engelen vingen het hevig stromende Bloed op in kelken; ook uit de doorboorde handen. Het Bloed, dat uit de voeten vloeide, kwam in het vagevuur en bracht daar verkwikking aan de arme zielen. Boven het Hoofd van de Heiland zweefde in een lichtkrans de Heilige geest in de gestalte van een duif. Hij zweefde driemaal in kruisvorm de zegen. Eens zag een van de kinderen dit visoen aan een vuurrode en zwavelgele hemel en hoorde daarbij de woorden: "Er zal vuur en zwavel uit de hemel vallen en en zal veel bloed vloeien".
Buiten bekende Heiligen, zoals Pius X, de kleine Trees, Broeder Klaus, Aloysius, Maria Goretti, Antonius van Padua en Kreszenzia van Kaufbeuren verschenen ook nog onbekende heiligen aan de kinderen, zoals de in China gemartelde pater Schabrksch en het meisje dat door hem gedoopt werd met de namen Salice-Josepha. Pater Schabrksch is een van de missionarissen van Steyl en vertelt dat er nog andere paters vermoord zijn. Ook geeft hij antwoord op de vraag van de kinderen, welk het grootste feest in de hemel is, nl. het feest van de Heilige Drievuldigheid. En van Maria""Maria-Boodschap". Ook verschijnt op de hemelweide, buiten de H. Hubertus, Rebemus en de H. Wido, de in 1943 te Brandenburg terechtgestelde Jezuïtenpater Frans Xaver Reinisch uit Innsbruck. Door een mevrouw was er naar hem gevraagd, maar dit werd niet aan de kinderen doorgegeven.
Op 2 oktober 1951 zien de kinderen boven het bos in een lichtstraal het kruis zweven. Het lichaam van Jezus bloedde uit alle wonden. Uit wond in de zij kwam een lichtstraal. Engelen vingen het bloed uit de zijwond en de handen op in een kelk. Het bloed uit de wonden aan de voeten stroomde het vagevuur in en bracht verkwikking aan de arme zielen. Boven Jezus zweefde de Heilige geest in de vorm van een duif. Al zwevend maakte de duif, tot driemaal toe, het kruisteken en gaf daarmee de zegen.
Op dinsdag 17 april 1952 's avonds half acht, ziet Kuni boven het berkenbos vijf engelen met ieder een zwaard en een fakkel in de hand. Op de vraag wat dit betekent, zeggen de engelen: "Dit betekent een zware geestelijke strijd". Maria Heilmann ziet een engel met wondermooie rozen en hij zegt tot haar: "Zoals deze rozen opbloeien, zo moet het gebed van de mensen opbloeien".
Op 31 oktober 1952 is de afscheidsverschijning. De H. Maagd drukt de kinderen op het hart:
- brengt offers en doet boete voor de bekering van de zondaars;
- roept Mij braaf aan als je in gevaar bent een zonde te doen;
- vereert bijzonder de H. Maria Goretti en de H. Aloysius als de bekoring tot zonde dreigt;
- wankelt niet als de tijd zwaar wordt;
- blijf altijd oprecht, nederig en gehoorzaam tot aan de laatste dag;
- bidt veel voor de priesters.
Pastoor Gailor stierf op 30 augustus 1959 en zoals destijds Johannes Franciscus Regis door de parochianen van La Louvecs in zijn doodskist, door de mensen naar deze parochie werd teruggebracht, zo ook deze trouwe pastoor. Hij bleef in open kist opgebaard; alle parochianen defileerden ingetogen aan hem voorbij. Zijn begrafenis leek een triomftocht. En iedere pelgrim die Heroldsbach bezoekt, brengt ook een bezoek aan zijn graf op het kerkhof aldaar.
De priester Dr. Heer, bijzonder onderlegd op het gebied van de mystiek, onderzocht op bevel van de bisschop lange tijd de verschijningen van Heroldsbach en kwam tot de absolute erkenning, waaraan hij zijn levenlang heeft vastgehouden, ondanks tegenkantingen en veel leed. In zijn laatste levensdagen vroeg men hem, als hij het over kon doen, of hij zich dan nog zozeer voor de Moeder Gods van Heroldsbach zou inzetten. Hij antwoordde: "Zeer zeker; alleen zou ik niet zoveel meer zwijgen!" Op dit moment hing de kamer vol bloemengeur, wat alle aanwezigen zeer ontroerde. Kort daarop leidde de Rozenkoningin van Heroldsbach hem het eeuwig leven binnen, nl. op 15 juli 1963. Op zijn graf staat: "hier rust een arm mens, maar een gelukkig priester".
Tenslotte de Eerwaarde Heer Dr. J.B. Walz, professor aan drie Beierse universiteiten, die een drieledig werk van 993 bladzijden over Heroldsbach schreef en nog vijf brochures, onder het leimotief: "Wij kunnen onmogelijk zwijgen over hetgeen wij gezien en gehoord hebben!" Op het eind van zijn leven kon hij schriftelijk getuigen: "Van mij uit werd alles gedaan wat mogelijk was." Op 13 mei 1966 kwam Maria hem hier openlijk Haar erkentelijkheid voor betuigen, door hem mee te nemen naar de "werkelijkheid" van het hemelvisoen, dat hij naar de getuigenis van de kinderen trouw gerapporteerd had.
Later ontvangen gegevens over Heroldsbach
Dorp gespleten door geloof en twijfel
Het is 70 jaar geleden dat in het Duitse Heroldsbach de Moeder Gods verscheen. Tot op de dag van vandaag heeft de Kerk dit niet erkend – maar Pelgrims komen nog steeds.
Het zoeken en bidden van velen op de berg kan men nog dagelijks zien, duizenden komen elk jaar. Zo ‘n 70 jaar geleden waren het er tienduizenden – per dag. Bussen en extra treinen moesten ingezet worden. Sinds 9 oktober 1949 verscheen de Heilige Maagd regelmatig in Heroldsbach. Maar liefst 1000-keer in totaal, de laatste keer op 31 oktober 1952, toonde zij zich aan negen meisjes. De kinderen waren tien en elf jaar oud, een 18-jarig meisje begeleidde hen.
Wat er tijdens de verschijningen gebeurde, daarover bestaan gedetailleerde beschrijvingen. Als Rozenkoningin zou de Moeder Gods zich geopenbaard hebben aan de meisjes, zij kondigde een atoomoorlog aan en riep de kinderen op tot gebed en boetedoening. De kinderen hielden het kindje Jezus in hun armen, er zijn foto s, waarop de zieners, zoals de meisjes nog steeds genoemd worden, de armen in de lucht houden, als of iemand er een baby inlegt.
Met blote handen groeven de kinderen een bron en biddend op blote knieën kropen zij door de modder. Het lichaamsvel hing los aan de benen van de kinderen, maar de dag er na was alles op wonderbaarlijke wijze genezen. Uit de meisjes werden oude vrouwen, de meesten leven nog, met journalisten praten ze liever niet. Zij hebben al veel hoon en spot over zich gekregen.
Geen Mariawonder in Heroldsbach
Een paar velden en een groot bos, meer was er niet aan de rand van Heroldsbach. Vanuit het bos, van waar uit de kinderen de eerste verschijningen zagen, zijn schoten te horen en trappelende paardenhoeven, er is een westernshow in pretpark Schloss Thurn. Op een van de velden staat heden ten dage een Kapel. De plaatsen, waar de verschijningen plaats hadden, zijn met altaartjes en borden gemarkeerd. “Hier is ze gezien”, zegt Pater Ludwig Müller, 67, met een Rijnlandse vrolijkheid en wijst op een steen op de grond.
Zijn Kloosterorde der Augustijnen nam in 1998 de leiding van het Pelgrimsoord op zich, toen het na een lange strijd met de Kerk werd erkend als Pelgrimsoord. De verschijningen worden door de officiële instanties echter nog steeds niet erkend. Geen Mariawonder dus, daarover waren de verantwoordelijken in Bamberg en Rome het snel eens.
De zieneressen kregen het stempel ongeloofwaardig, de toenmalige Pastoor werd overgeplaatst, veel Pelgrims geëxcommuniceerd. De bevolking gaf echter nooit op, de Pelgrimsvereniging werkte onverdroten door aan de bouw van een Pelgrims -en Gebedsoord. Heden ten dagen komt één keer per jaar de Aartsbisschop langs en prijst Heroldsbach als oord van Gebed en nieuw-evangelisering.
Met dank aan de redactie van de Maria-bode (Emmen) voor haar toestemming om de later ontvangen gegevens over deze verschijning te mogen publiceren.
Het eerherstellend dag- en nachtgebed is sedert 17 februari 1950 tot op heden, nooit meer onderbroken.
LIEBES JESULEIN.
1. DEUTSCHLAND.
Liebes Jesulein
Ich habe dich so lieb
Dich will ich loben und preisen in alle Ewigkeit
Ich danke dir O Jesulein
Ich schließ dich in mein Herz hinein
O mein liebes Jesulein
Aan de zienstertjes van Heroldsbach geleerd door de H. Maagd Maria op 27 april 1950.
2. FRANCE
Mon petit Jesu
Je t'aime ainsi beaucoup
Je te glorifie et te loue de toute éternité
Je t'aime mon petit Jesu
Je te serre dans mon coeur
O mon petit Jesu
Vertaald in Kyondo, Zaire op 9 juli 1984 door Jos de Bres.
3. ZAÏRE.
Ee Yesu wa ngu
N ku pe nda sa na
Ni na ku si fu na ku ku tu ku za da i ma
Ee Yesu wa ngu nu ku pe nda
Na ku ka ri bi sha mo yo ni mwa ngu
Ee Yesu wa ngu
Vertaald in Kyondo, Zaire op 10 juli 1984 door Masinda M. Alphonse.
4. NEDERLAND
Mijn lief Kindeke
Ik houd zoveel van Jou
Jou wil ik loven en prijzen door alle eeuwen heen
Ik dank je mijn lief Kindeke
Jij zult de Ware Redder zijn
O mijn lief klein Kindeke
Vertaald in Brunssum op 24 april 1989 door Jos de Bres.
5. UNITED KINGDOM
Dearest Jesus
I love you so much
I want to praise you and bless you through all eternity
I thank you oh my loving Lord
And draw you closer to my heart
O my dearest Jesus
Vertaald op 25 augustus 1989 door Pater Peter Nuyens, missionaris in Zuid-Afrika.
6. ITALIA
Mio Gesu Bambin
Ti amo da mourir
Io ti glorifico e lodo per l'eternita
Io t'amo mio Gesu Bambin
Ti stringo nel mio cuor
O mio Gesu Bambin
Vertaald in Freising, Duitsland op 30 september 1989 door Liliana Reiter.
7. SURINAME
Mi lobi masra Jesus
Mi lobi joe so te
Foe tego m'e preis' Joe Santa Nem
Grantangi masra Jesus
M'e hor'Joe in 'mi hati
Masra fa mi lobi Joe
Vertaald in het Surinaams op 30 juli 1990 door Ramon L. Wiliams.
8. CURACAO
Mi ti stima o senjor Hesus
Mi alma ta stima Bo
Mi ta sera Bo den mi kurason
A mi ta aprecia Bo
Tur tempu dushi Ninjo
Masha danki Hesus stima
Vertaald in het Papiaments op 30 juli 1990 door Ramon L. Wiliams.
9. SOUTH-AFRICA Soetoe
Jesu waka
O ke a go rata
Ke a go boka ke a go tumisa
Kagosafelego
Ke a go leboga Jesu waka
Ke a go bata metsa pelong ya ka
Jesu o rategago
Vertaald door Pater Peter Nuyens op 13 september 1990.
10. SOUTH-AFRICA Zoeloe
Jesu wami
O ngi ya ku tha naa
Ngiyakutusa, ngiya ku dumisa
En gu na pha ka de
Ngiyakubonga Jesu wam
Ngikusondez enhlizyweni yam
Jesu othandekayo
Vertaald door Pater Peter Nuyens op 13 september 1990.
11. LATIN
Jesu parvule
Te tantum diligo
Desidero te laudare per omne saeculum
Grates tibi O Jesu mi
Te claudo intra cor meum
O mi Jesu parvule
Vertaling onbekend.
12. INDIA Tamoel
Koechandee eesuu
Tanjandai oenee niesie kiereenj
Oenee parajede padiegiereen
Nandrie Koechandee eesuu
Eeneej een niendjiel vatierie kiereen
Oh koechandee eesuu
Vertaald door Valentin Lesage.
13. NIGERIA IBO
Nioantietee Nkem di Jesus
Afoeroem Gie Nanja
M'ga ito afagie
Lo Gie Nkee oekwoe
Na oewa nielee
Eekcencee dielie gie Djeesuu
Nonsje loeloem mwantiekie Jesu moe
Vertaald door Brenda.
14. ESPAGNA
Mi Jesusito
Te amo tanto
Deseo adorarte y glorificarte
Por toda la eternidad
Te amo mi Jesusito
Y te estrecho en mi corazon
Oh mi Jesusito
Vertaald op 3 juli 1992 in San Damiano Italie, door Margarita Castro-Griscavage, uit Columbia.
15. CROATIA
Isuse dragi
Ja Te mnogo volim
Tebe 'cu hvaliti i slaviti u sve vjeke
Hvala Ti o Isuse
Ja te primam u svoje srce
O moj dragi Isuse
Vertaald op 16 september 1992 door Pater Slavko Barbaric in Medjugorje, Bosnie-Herzogewina.
16. INDONESIA Bahasa
Kanak-kanak Yesus yang tercinta
Aku sangat mencintai-Mu
Aku ingin memuliakan-Mu sepanjang segala masa
Aku bersyukur kepada-Mu O Kanak-kanak Yesus
Engkau hendaknya tinggal di hatiku
O Kanak-kanak Yesusku yang tercinta
Vertaald op 10 oktober 1992 door Father John Tondowidjojo, CM, een Lazarist in Surabaya, Oost Java, Indonesia.
17. VIETNAM
Hài nhi Chúa Giê-su
Con me~n yêu Ngài het tinh
Con nay ki~nh tin và tôn vinh danh thánh Chúa suo~t muôn the~ hê
Con dây chân thin yêu me~n Giê-su
Khân xin Ngài vào trong trái tim con
Hài nhi yêu me~n Giê-su oi
Vertaald op 19 maart 1993 door P. Clément Nguyen-van The in Lyon, Frankrijk.
18. NEW ZEALAND. (Maori).
E Hehu Aroha
He Tino Nui Toku Aroha
Ko Te Hiahia Ki Te Whakamoemiti ki te Whakapai mo Ake Ake
Ka Nui Te Whakawhetai Ki A Koe E Te Atua Aroha
Kia Tata Mai Koe Ki Toku Ngakau
E Hehu Aroka
Vertaald op 27 februari 1996 door Father John van Tilburg in Auckland New Zealand.
19. GHANA. (Nzema).
KulEvolE Kakula Jezus
Me kulo wj Somaa
Wj ma me bzli wj Enyi
Na Me Yeye wj Dahuu
Me Ye wj Mo Kakula Jezus
Me Ye w'atuu
Wj m'ahonle nu
O, kulEvolE Kakula, Jezus
Vertaald op 14 april 1996 door Pater Pierre Kessels in Cadier en Keer Nederland.
20. PO POLSKU.
Jezu drogi
Ja ciebie kocham
Ciebie chwalimij è slawèmy do konca naszego wieku
Chwatu Tobie Jezu
Ja ciebie mam w swojm sercu
O moj drogi Jezu.
Vertaald op 19 april 1997 door mevr. A. Osiadwy, In San Giovani Rotondo Italia.
21. BOSNIA-HERCEGOWINA.
Moje djetesce ja tako volim Te,
Tebe cu slavit i castit’ kroz vjeke vjekova
Ja se tebi zahvaljukem Ti si stvarni Spasitelj
Moje drago djetesce
Vertaald op 3 april 2001 door mevr. Adelina Cabro uit Spijkenisse, Nederland.
22. BELGIË-VLAAMS.
Lief Jezuskind, ik heb U o zo lief,
U wil ik loven en prijzen in alle eeuwigheid.
Ik dank U, o Jezuskind en sluit U in mijn hart in,
O mijn lief Jezuskind.
Gekregen op 6 november 2001 van pastoor Luc Buyens, Lith, Nederland.
23. REPUBLIEK IERLAND.
A ‘losa dhil, Tá grá agam ort
Is mian liom thú a mholadh agus a bheannú ar feadh na sioraíochta
Gabhaim buíochas leat a Thiarna dhil agus teanaim le chroí thú
A ‘losa ionuín
Gekregen op 6 september 2007 van Wilma Sneekes uit de republiek Ierland
Voor het gezongen lied: "Liebes Jesulein" verwijs ik u naar de volgende site: www.mariakapellen.nl
De verschijningen zijn niet goedgekeurd door de Heilige Stoel in Rome.